1900-1945: Massamedia en censuur I
De twintigste eeuw is de eeuw van de massamedia: de pers, film, radio en na de Tweede Wereldoorlog ook televisie. Al deze media staan aan censuur bloot. Censoren hanteren diverse instrumenten om deze media te breidelen. Zo is in de beginperiode van de radio dit medium strikter gereguleerd dan drukwerk. Uitzendingen verstoren is eenvoudig door technisch in te grijpen.
In de twintigste eeuw strijden grote ideologische bewegingen om controle over de staat. Waar ze slagen is de vrijheid van meningsuiting ogenblikkelijk afgeschaft en een strenge censuur ingevoerd: Rusland vanaf 1917, Duitsland in de jaren dertig, het Spanje van Franco, het kemalistische Turkije, het maoïstische China, het islamitische Iran. Wereldwijd strijden vrijheidsbewegingen voor dekolonisatie en onafhankelijkheid. Koloniale machten gaan dit tegen met censuur en repressie. Deze houden niet op als na de Tweede Wereldoorlog het dekolonisatieproces zijn beslag krijgt. De nieuwe onafhankelijke staten in Azië, Afrika en het Caraïbisch gebied ontwikkelen eigen strategieën, inclusief censuur, om de prille vrijheid te beschermen.
Wereldlijke en kerkelijke overheden zien de enorme mogelijkheden om massamedia in te zetten voor voorlichting, dwang en repressie. Door de voortschrijdende techniek wordt het ook steeds eenvoudiger en goedkoper om controle en censuur te ontduiken. Zo is de stencilmachine de favoriete druktechniek voor illegale publicaties tijdens de Duitse bezetting en in de jaren zeventig en tachtig voor allerlei oppositionele bewegingen. En zo worden radio - het bereik van de korte golf is enorm - en televisie gebruikt om van over de landsgrenzen oppositionele uitingen te verspreiden in landen met strenge censuur.