Censuur en zelfcensuur in de 21e eeuw
Aan het einde van de twintigste eeuw doet internet zijn intrede. Het grote verschil tussen internet en de bestaande media is de interactiviteit. Nieuwe bronnen van meningsvorming en meningsuiting ontstaan. Mensen kunnen direct op uitingen reageren en hun reacties zijn ook weer direct openbaar. Een onafzienbare stroom van uitingen ontstaat. Opvattingen over wat een 'mening' of een 'belediging' is, zijn voortdurend aan verandering onderhevig.
Groepen proberen elkaar over en weer monddood te maken. Het begrip 'vrijheid van meningsuiting' wordt stelselmatig verdacht gemaakt met het argument etnische en religieuze groepen te willen beschermen tegen beledigingen. De roep om die vrijheid te beperken wordt groter. Deze raakt ook degenen die niet uit zijn op belediging bij de uitoefening van hun vrijheid van meningsuiting. Zelfcensuur steekt regelmatig de kop op.
Vanaf de jaren negentig van de twintigste eeuw neemt de aantrekkelijkheid van de oude politieke 'ismen' snel af. Andere issues en problemen komen op de voorgrond. De spanningen door immigratie en globalisering nemen toe en daarmee ook de gevoeligheid voor etnische en religieuze kwesties. Zo is godsdienst, na twee decennia weg te zijn geweest, als een duveltje uit een doosje weer terug in het - internationale - debat over vrijheid van meningsuiting.
De gevestigde politiek heeft onvoldoende antwoord op de onvrede. Resultaat is een normen- en waardenoffensief richting de burgers opdat dezen zich 'netjes' gedragen. De dreiging van het - islamitisch - terrorisme leidt ertoe dat in alle liberale democratieën de burgerlijke vrijheden stapsgewijs beperkt worden door nieuwe striktere wetgeving, die ook internet omvat. Het aantal slachtoffers van censuur, onder wie politiek tekenaars en journalisten, neemt toe.
Landen als Rusland en China hebben minder moeite om de media te muilkorven. Internet, dat is begonnen als hét vrije medium, is in China beschikbaar achter een digitale Chinese muur. Uit angst marktaandeel te verliezen accepteren westerse communicatiebedrijven deze beperkingen op de vrije uitwisseling van informatie.