IISG

Opdracht 1: De daders? (deel 1)

Onderwerp: Wiebren en Keimpe Hogerhuis

In deze opdracht staan de twee jongste broers Hogerhuis centraal: hoofdverdachte Wiebren en zijn jongere broer Keimpe die enige tijd voorzitter was geweest van de plaatselijke afdeling in Beetgum van de Sociaal Democratische Bond (SDB) van F. Domela Nieuwenhuis.
Ze zijn beiden veroordeeld, maar hoe terecht was dat? Enkele feiten: Eén van de inbrekers is uit het raam gegooid en liep een wond op. Geen van de broers had een wond! Er is zelfs een dokter (Jan Plet) aan te pas gekomen die de broers kaal schoor om te kijken of niet één van hen een hoofdwond had, maar dat bleek niet het geval; Wiebren was regelmatig bij boer Haitsma (en diens huishoudster!) te gast. Waarom zouden de broers een gewelddadige inbraak op poten hebben gezet als Wiebren ook simpel het geld had kunnen wegnemen als hij alleen was? En hoe belangrijk in de verdachtmakingen was de intieme relatie die Wiebren had met huishoudster Iemkje Jansma?
Op basis van de brieven van Wiebren en Keimpe en aan de hand van de verslagen van hun verhoren, probeer je nieuwe informatie over de zaak te krijgen en een antwoord te geven op de volgende vragen.

Vrijlating van Wiebren, 28 september 1905 De vrijlating van Wiebren Hogerhuis, 28 september 1905

Vragen:
Bronnen

Brieven van Wiebren Hogerhuis:

Brieven van Keimpe Hogerhuis:

Getuigenverhoren: Troelstra-archief inv.nr. 373/61-135.a

top