De Hogerhuis-zaak
Informatie voor de docent
In december 1997 bracht een vijfde klas van het Vossiusgymnasium in Amsterdam een dag door op de studiezaal van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. De leerlingen deden per groepjes van drie, archiefonderzoek door het maken van één van de negen opdrachten die voor hen waren klaargelegd. Na afloop van de onderzoeksdag maakten de leerlingen een paper waarin ze de onderzoeksresultaten vastlegden. De papers werden gebundeld en onder alle leerlingen verspreid, waarna ieder groepje de eigen paper presenteerde.
Voordat de leerlingen naar het IISG kwamen, bekeken ze klassikaal de film over de Hogerhuiszaak 'De Dream' (1985) en kregen ze les over het socialisme in Friesland en het rechtssysteem in Nederland.
De opdrachten en het bronnenmateriaal zijn nu via deze site in digitale vorm beschikbaar. Voordat leerlingen met dit project aan de slag kunnen, verdient het aanbeveling enkele lessen aan het socialisme in Friesland en aan het rechtssysteem in Nederland te wijden.
Voor informatie over het socialisme in Friesland zie bijgaande lijst: literatuur.
Ook moeten de leerlingen van te voren de film De Dream van Pieter Verhoeff (uitgebracht door NOS/DTP) uit 1985 bekeken hebben. In de opdrachten wordt hierop teruggekomen.
Het project bestaat uit negen opdrachten die individueel of in groepjes kunnen worden uitgevoerd. Ieder groepje leerlingen levert een onderzoeksverslag in met de belangrijkste bevindingen van het deelonderzoek. Deze papers bestaan uit 4 à 5 (getypte) A4-tjes. Hierin proberen de leerlingen:
- antwoord te geven op de specifieke onderzoeksvragen (deze specifieke onderzoeksvragen staan bij de opdracht)
- informatie te geven die zou kunnen bijdragen aan het beantwoorden van de algemene hoofdvraag of van één van de algemene deelvragen.
- iets te zeggen over het belang van het bronnenmateriaal dat is onderzocht (zijn de bronnen nuttig?; wordt er een objectief of juist zeer gekleurd beeld geschetst?; zou er naar deze bron meer onderzoek gedaan moeten worden?; is het materiaal goed te lezen of juist moeilijk te ontcijferen? etc.).
- allerlei bevindingen te formuleren die van belang kunnen zijn voor de andere leerlingen (belangrijke informatie die ze nog niet kenden etc.).
Een mooie afronding van het project zou zijn, als de papers worden gebundeld, beoordeeld en nabesproken in de hele klas.