IISG

Wiebren aan huisgenoten (familie), 16 juli 1898 (Troelstra-archief inv.nr. 366/68)

16 Juli 1898
Geliefde Huisgenooten
Mijn eerste bladzijde moet ik wijden aan de brief van Hermans. Meld hem het volgende: Het deed mij veel genoegen, om van hem uit naam van het Comité te vernemen dat zij er voor zouden zorgen, Dat Moeder voor de grootste ellende bewaard zou blijven: dat is voor mij meer dan voldoende en ik bedank hiermede dan ook hem zoomede allen die daaraan hebben meegewerkt van harte. Verder zij hem gemeld dat ik nu mijn tucht met de grootste kalmte kan opknappen zonder mij verder om iets te bekommeren. Wij, gelijk ook Hermans bij ondervinding heeft, dat zij die te veel menschelijk karakter bezitten om voor de overweldigers gelijk knipmessen te buigen, zijn nu eenmaal niet anders waard dan achter de kerkermuren te zitten: maar de luidjes zullen reeds bij ondervinding hebben dat zij er zelf meer door geschandaliseerd dan wij geschaad worden. Dat had in ieder geval de man met het alziend oog niet ingezien; ook niet dat ondanks alle geheimhouding, listen en lagen, hij zich in de kaart heeft laten kijken.

top