De R.C. en zijn collega's, en den klerk van den C Saris die kunnen wel bewijzen dat G. Haitsma en Sj Riepstra een mijneed hebben gedaan, daar zij gezien en gehoord hebben hoe Gadse voor de verklaring van Sj's en hem is omgetrokken. Maar zullen daar wel voor zorgen, derwijl zij hun eigen eer er mee op t spel zetten. Nog wat! Ik las in den Bijbel de geschiedenis van Jozef en vrouw Pothiphar; en toen ik dat had gedaan dacht ik, indien den heer v. Noyon A.G. in die zaak was geweest, dan zou hij zeker aangevoerd hebben, dat Jozef voor vrouw Pothiphar's echtgenoot was bestemd, op dien grond dat Pothiphar op zijn laatste beenen liep. Of had die vrouw Pothiphar dan ook zelf ingebracht, dat zij zoo graag Mercurius of Jupiter wilde trouwen.
Hoe kwam hij er bij, dat Wiebren voor Iemkjes echtgenoot was bestemd, daar zij zelf had verklaard, dat zij Gadse zoo graag wilde hebben? En vaak bij deze sliep maar altijd alleen bleef. En dus daarom wel eens een grapje met een ander uithaalde, om indien het haar zoo gelukte Gadse te noodzaken haar te trouwen. Dat was haar studie en haar moeders grootste. Maar er moest natuurlijk iets aangevoerd worden voor Iemkje's aarzelen om de volle waarheid (?????) te erkennen; nu het zij zoo!
Zie zoo nu moet je mij weer eens gauw een tafereel van het nieuws ophangen. Want ik ben weer vol verlangen om iets nieuws te hooren. Hebt gij wat? Schrijf spoedig, en jelui komen ons immers vrijdag weer bezoeken? Ik maak nog postbode overjassen. Wij zullen nu eens zien of er in de wet ook mazen zijn van 47 c.m. hoog en 59 breed en of de heeren daar de meineedigers door kunnen gooien ja of neen. Doe ook de groeten aan Sj Riepstra van mij met de wensch, dat ze hem in het nieuwe jaar nog veel meer pesten dan in het oude. Ook de groeten aan K en W met het nodige vormulier. Op dat gij dezen in gezondheid ontvangt.
Hartelijk gegroet Marten H. Hogerhuis