IISG

Grand Firmament


Gioacchino (Giovacchino) Prati (1790-1863), die het grootste deel van zijn leven op de vlucht of in ballingschap en hoe dan ook meestal in armoede doorbracht, kwam uit de omgeving van Trente en was na opleidingen in Wenen, Landshut en Milaan zowel arts als advocaat. Hoewel hij al in zijn studententijd aan verschillende geheime genootschappen had deelgenomen, ontplooide hij zijn revolutionaire activiteit vooral nadat hij (waarschijnlijk wegens schulden) in 1816 naar Chur in Zwitserland was uitgeweken. Hier vormde hij samen met de Duitse ballingen Carl Follen en Wilhelm Snell een politiek 'triumviraat' dat de pretentie had een conspiratief centrum voor Europa te vormen en Franse, Duitse en Italiaanse organisaties met elkaar te verbinden. Dit sloot aan bij het streven van Filippo Buonarroti (1761-1837), de Italiaans-Franse revolutionair die al ondergronds werkzaam was sinds de samenzwering van Gracchus Babeuf in 1796 en voor wie Prati een grote bewondering had. Buonarroti, die zich in 1806 in Genève had gevestigd, probeerde geregeld andere organisaties aan de zijne ondergeschikt te maken om ze zo in de juiste baan te kunnen leiden. Mede daardoor werd zowel in conspiratieve als in politiekringen in de vroege jaren 1820 gespeculeerd over het Grand Firmament, een overkoepelend revolutionair comité dat zich in Parijs of misschien in Genève zou bevinden; maar uit niets blijkt dat de plannen voor een 'geheime internationale' ooit enige substantie kregen. De Heilige Alliantie dacht daar evenwel anders over en beschouwde Zwitserland, dat vele vluchtelingen onderdak verleende, in toenemende mate als een failed state. In 1823 werd de buitenlandse druk te zwaar: Buonarroti vertrok naar Brussel, waar hij in 1828 zijn boek Conspiration pour l'Egalité over de gebeurtenissen van 1796 publiceerde, en Prati naar Londen, waar hij een overtuigd Saint-Simonist zou worden.

Hierbij moet worden aangetekend dat hun positie verder gecompromitteerd was geraakt door een reis van Alexandre Andryane (1797-1863), een medewerker van Buonarroti, die brieven en documenten voor Italiaanse relaties had meegenomen, maar in januari 1823 te Milaan was gearresteerd. Dit leverde de Oostenrijkse politie een schat aan gegevens over de Volmaakte Verheven Meesters (Sublimes Maîtres Parfaits) en het bewijs van het bestaan van een samenzwering op. Andryane werd ter dood veroordeeld, maar de straf werd omgezet in levenslange gevangenschap, die hij in de vesting Spielberg te Brünn (Brno) moest doorbrengen. In 1832 kreeg hij gratie en keerde hij naar Frankrijk terug. Hij schreef twee bundels herinneringen, die verscheidene drukken beleefden, maar niet altijd even waarheidsgetrouw zijn. Andryane vertelt er onder meer hoe hij lid werd van Buonarroti's geheime genootschap en wat hij op de bijeenkomsten ervan meemaakte.

Lees ook Andryanes relaas: vol I, pp 129-137 (Pdf 576 Kb), vol II, pp 1-15 (Pdf 1 Mb), vol II, 52-54 (Pdf 5 Mb), vol II, 127-135 (Pdf 632 Kb).
Bron: Alexandre Andryane, Souvenirs de Genève: complément des Mémoires d'un prisonnier d'Etat, 2 vols, Bruxelles: Meline, Cans et Cie, 1839. (Signatuur: 2002/649-650).

>> Zie ook berichten over Prati en het Grand Firmament van de hand van Wit von Dörring in het hoofdstuk Burschenschaften.

top