Literatuur
De literatuur over geheime genootschappen is onoverzienbaar groot en uitzonderlijk ongelijk van kwaliteit. Onderstaand dozijn titels is dan ook volstrekt niet representatief. Het zijn stuk voor stuk boeiende werken die gebaseerd zijn op uitgebreid bronnenonderzoek en belangrijke aspecten van het verschijnsel belichten.
- Maurice Agulhon, Pénitents et Franc-Maçons de l'ancienne Provence: essai sur la sociabilité méridionale, Paris: Fayard, 1968 (IISG signatuur: 32/40)
Laat zien hoe de beter gesitueerde leden van de oude religieuze broederschappen in de achttiende eeuw naar de meer besloten seculiere loges overstapten, en bevorderde de universitaire belangstelling voor de Vrijmetselarij zozeer dat de bibliografie nu sterk verouderd is; zie daarvoor Pierre-Yves Beaurepaire, L'Espace des Franc-Maçons (2003). - Johann Joachim Christoph Bode, Journal von einer Reise von Weimar nach Frankreich im Jahr 1787, ed Hermann Schüttler, Neuried: ars una, 1994 (IISG signatuur: 2006/661)
Het teruggevonden dagboek van een vooraanstaande Illuminaat, wiens reis in de samenzweringsliteratuur te boek staat als een van de belangrijkste schakels in de ontketening van de Franse Revolutie. Met een uitgebreide inleiding en annotatie van een groot specialist. - J.M. Roberts, The Mythology of the Secret Societies, London: Secker & Warburg, 1972 (IISG signatuur: 74/50)
Een inmiddels klassieke studie, die de Europese geheime genootschappen uit de tijd van de Restauratie voor het eerst in een relativerend perspectief plaatste en zowel hun effectiviteit als hun gevaarlijkheid in twijfel trok. - Ferdinand de Bertier, Souvenirs inédits d'un conspirateur: Révolution, Empire et première Restauration, ed Guillaume de Bertier de Sauvigny, Paris: Tallandier, 1990 (IISG signatuur: 2006/8360)
De memoires van een royalistische samenzweerder tegen Napoleon, die bij de Vrijmetselarij in de leer ging om een katholiek geheim genootschap op te richten, de Chevaliers de la Foi. Uitgegeven door een afstammeling van de schrijver, tevens historicus van de Restauratie. - Vito Dicara, Elite di periferia: conflitti locali e carboneria a Caltagirone tra monarchia amministrativa e guerra independentista, Caltanissetta: Ed Lussografica, 2004 (IISG signatuur: 2006/8372)
Een gedetailleerde studie van het reilen en zeilen van de Carbonari in de politieke en maatschappelijke context van een klein Siciliaans stadje. - Pierre-Arnaud Lambert, La Charbonnerie française 1821-1823: du secret en politique, Lyon: Presses universitaires de Lyon, 1995 (IISG signatuur: 1997/2865)
Een politicologische studie, die steunt op Alan Spitzers Old Hatreds and Young Hopes (1971), maar de Charbonnerie naast andere Franse, Duitse en Italiaanse geheime genootschappen plaatst. Bijzonder is de aandacht voor documenten als statuten, die door vele onderzoekers meestal ten achter gesteld worden bij programmatische teksten. - Geoffrey Cubitt, The Jesuit Myth: conspiracy theory and politics in nineteenth-century France, Oxford: Clarendon, 1993 (IISG signatuur: 1994/811)
Beschrijving en analyse van de samenzweringstheorieën over de Jezuïetenorde die in veel opzichten de progressieve tegenhanger vormden van bepaalde conservatieve opvattingen over de Vrijmetselarij en in Frankrijk (maar ook elders) bijna de gehele negentiende eeuw een rol speelden in het politieke debat. - David MacKenzie, Violent Solutions: revolutions, nationalism, and secret societies in Europe to 1918, Lanham, MD etc: University Press of America, 1996 (IISG signatuur: 1997/5211)
De grootste kenner van de fameuze Zwarte Hand plaatst dit Servische geheime genootschap in een Europese context, waarbij naast Griekse en Russische voorbeelden in het bijzonder de parallellen uit de geschiedenis van de Italiaanse en Duitse eenwording worden onderzocht. - Kevin Kenny, Making Sense of the Molly Maguires, New York etc: Oxford University Press, 1998 (IISG signatuur: 1999/1159)
Een studie over de organisatie van Ierse mijnwerkers in Pennsylvania in het derde kwart van de negentiende eeuw, waarin voor het eerst aandacht wordt besteed aan bestaande tradities in de Ierse regio's waar de migranten vandaan kwamen. - Dian H. Murray, in coll with Qin Baoqi, The Origins of the Tiandihui: the Chinese Triads in legend and history, Stanford, CA: Stanford University Press, 1994 (IISG signatuur: 1999/1495)
Een vergelijkend-historiografische studie, die laat zien hoe de perceptie van de roemruchte Chinese geheime genootschappen zich ontwikkelde, in China en daarbuiten. Tevens een uitstekende inleiding op het sociaal-historische werk van David Ownby (1996) en de historisch-antropologische analyse van Barend ter Haar (1998). - Helmut Möller, Ellic Howe, Merlin Peregrinus: vom Untergrund des Abendlandes, Würzburg: Königshausen + Neumann, 1986 (IISG signatuur: 2006/8375)
Het verhaal van Theodor Reuss (1855-1923), die zich van anarchistische balling tot bezieler van de Ordo Templis Orientis ontwikkelde en zelfs opmerkelijk was onder de vele avonturiers die rond de overgang van negentiende naar twintigste eeuw de grenzen van de Westerse beschaving opzochten. - Maria Carlson, 'No Religion Higher Than Truth': a history of the theosophical movement in Russia, 1875-1922, Princeton, NJ: Princeton University Press, 1993 (IISG signatuur: 1993/2251)
Net als de Engelse Theosophical Society, waarover Joy Dixon schreef in Divine Feminine (2001), vormde de Russische zusterorganisatie in vele opzichten een door vrouwen gedreven geheim genootschap; en meer nog dan de Engelse had de Russische een diepgaande invloed op de moderne kunst.