De Kasbah-woningen werden in 1973 en 1974 aan de bewoners overgedragen, maar volgens architect Blom waren ze daarmee nog niet af. Als reactie op de fantasieloze rijtjeshuizen hoopte hij de bewoners uit te dagen creatief met de huizen om te springen. Blom's uitgangspunt was de 184 woningen op hoge betonnen poten te zetten (onder een 'stedelijk dak') zodat de ruimte op de begane grond voor de stad behouden bleef. Beneden moest een levendige ruimte ontstaan met plaats voor gemeenschappelijke voorzieningen en parkeren. Het was niet aan de architect om dat in te vullen. De ruimte bleek echter aantrekkelijk voor vandalen en de winkels hielden het niet lang uit. Wellicht functioneert die stedelijke ruimte beter midden in de grote stad dan in een willekeurige buitenwijk. De Kasbah heeft een kleurige uitstraling met warme tinten op de daken en kozijnen. Ondanks dat het project een extra subsidie kreeg voor experimenteel bouwen waren de beginhuren aan de hoge kant.
|