Brief van broeder Jan ook ontvangen en ook van zuster Anna, Jan kan gerust het voorgevallene aan Dr V B openbaren die is zooiets wel vertrouwd. Vraag ook eens aan Mr T of hij t begin van de instructie niet evenzoo inziet als ik; mij dunkt het kan niet anders zijn of zij hebben toen de getuigen met leugens zoeken over te halen, ik blijf bij mijn gedachten dat niet de getuigen, maar de Justitie het heeft op gedacht; van die gevoelen zijn mijn lotgenoten ook die met zulke zaken ook goed bekend zijn.
[doorgestreept: Heden ben ik niet recht gezond veel verkouden en last van het hoofd; een zoort van griep denk ik.] ik heb heden de vierde vlesch medicijnen en ik wilde ophouden maar nu krijg ik weer last van het hoofd erbij de borst blijft hetzelfde.
Ik heb altijd zorg dat Keimpe zich de zaak teveel aantrekt gij moet hem vooral zooveel mogelijk troosten in zijn lot. M en ik kunnen beter tegen zooiets wij hebben altijd de zaak beter ingezien dan hij. Ik stoor mij aan niets en troost mij aan de gedachte dat Gij veel steun ondervindt en ook hier voor mij ook alweer een werkkring openligt waar men het niet van mij verwacht.

De groeten aan allen en zijt zelf gegroet van uw zoon en broeder Wybren