Press Now
De Nederlandse media en Joegoslavië
Nederlandse journalisten behandelden het conflict in voormalig Joegoslavië naar beste kunnen, maar er waren een aantal elementen die een goede verslaggeving in de weg stonden. Om te beginnen waren er zeer weinig Nederlandse verslaggevers ter plekke. Een grote landelijke krant als de Volkskrant stuurde een freelancer die nauwelijks was voorbereid. Redacties waren uiteraard bevreesd voor gewonde, of nog erger gedode verslaggevers. De steun die de journalistenvakbond NVJ kon bieden bestond uit het organiseren van trainingen, samen met het ministerie van Defensie en het ter beschikkingstellen van twee kogelvrije vesten à ƒ 250,- per week.
Verder kende Nederland niet bepaald een sterke traditie in het vak oorlogsverslaggeving. Voor de concrete berichtgeving leunde de Nederlandse pers dan ook zwaar op grote geroutineerde buitenlandse media als CNN en BBC.
Bart Tromp uitte kritiek op de Nederlandse oorlogsverslaggeving tijdens een bijeenkomst in Bellevue Amsterdam op 12 maart 1993. Volgens Tromp ontbrak het de journalist aan specifieke militaire kennis. Daardoor kon hij/zij zich gemakkelijk zand in de ogen laten strooien. Maar misschien nog belangrijker: de Nederlandse journalist zou niet in staat zijn het conflict anders dan in de geijkte termen van de Tweede Wereldoorlog te interpreteren.
Vanuit ex-Joegoslavische journalistieke kringen kwam vergelijkbare kritiek. In de Westerse pers hanteerde men gemakzuchtig etnische lijnen. Zo reproduceerde men clichés als zouden alle Kroaten moordzuchtige katholieke fascisten zijn, of alle Serviërs orthodoxe communisten. Journalisten moesten in korte tijd een gecompliceerde oorlogssituatie doorgronden onder snel wijzigende internationale en nationale verhoudingen. En ook hun bekroop het gevoel van machteloze woede bij het zien van de schendingen van mensenrechten en bitter oorlogsleed.
Opinion leaders als Elsbeth Etty en Anet Bleich riepen zelfs al voor het uitbreken van de oorlog in Bosnië op tot actie. Al met al heeft dit geleid tot wat de mediahistoricus Huub Wijfjes de dominantie van de gezindheidjournalistiek heeft genoemd.