IISG

Integratie en terugkeer

Het gebrek aan liefde was nijpend. Met de Franse gedeporteerden was nog een klein contingent vrouwen meegekomen, maar de Algerijnse enclave bestond alleen uit mannen. Gemengde relaties waren dus de enige optie. Als het om trouwen ging, dan koos de Algerijn liever een Française, ook al was zij misschien niet van onbesproken gedrag, dan een autochtone Kanaakse. De Kanaken, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Caledonië, werden door de meesten als wilden beschouwd. Slechts een enkeling, zoals Louise Michel en de communard Henri de Rochefort, nam de Kanaken serieus of dweepte er zelfs mee.

Overdekte marktIn 1878 kwamen de Kanaken onder leiding van hoofdman Ataï in opstand tegen de kolonisten. Twee honderd van hen vonden daarbij de dood, onder wie een Nederlands gezin en drie Algerijnen, volgens een plaatselijke inventarisatie 'Moussa', Ali ben Agoum en Bou-Djeinaa geheten. Met behulp van een inderhaast samengesteld legertje onder leiding van Boumezrag - les Éclaireurs (de verkenners) gedoopt - werden de Kanaken uiteindelijk verslagen. Blijkbaar voelden de Algerijnen verwantschap noch medelijden met dit door de Fransen geknechte volk, dat de strijd met 1200 doden moest bekopen.

BaptisteIn 1880 kregen de communards algehele amnestie en velen keerden terug naar het vaderland. Dat gold niet voor de Algerijnen. Voor hen kwam de vrijheid pas in 1895, mede dank zij acties van Louise Michel en Henri de Rochefort. Verreweg de meeste Algerijnen bleven in Nieuw-Caledonië, trouwden en begonnen een boerenbedrijfje, om daar uiteindelijk volledig te integreren. Ze vestigden zich in Nessadiou, waar nu nog steeds een moslimgemeenschap en een 'Arabisch kerkhof' is. Jean Pierre Aïfa (*1938), burgemeester van Bourail is een rechtstreekse afstammeling van de gedeporteerden. Aziz El Haddad, de zoon van de sjeik die in 1871 de opstand was begonnen, slaagde er in 1881 in te ontsnappen. Via Australië en Egypte belandde hij in Saoedi-Arabië. Daarop meldde El Haddad zich in Parijs, waar hij de in beslag genomen goederen van zijn familie terug eiste. Hij stierf in Parijs in 1895. Boumezrag repatrieerde in 1904 naar Marseille. Met zijn nieuwe Franse vrouw bleek hij niet echt welkom bij de familie in Algerije, die dit een betreurenswaardige mésalliance vond. Hij stierf in 1906, zijn verarmde weduwe richtte vanuit Rouen wanhopige verzoeken om bijstand aan gouverneur van Algerije.

top