Anarchistische Aanslagen
Introductie
Een reeks bloedige aanslagen vanuit anarchistische hoek leidde eind negentiende eeuw tot grote paniek in Europa. Niet alleen vorsten of andere gezagdragers waren het doelwit van de anarchisten, voor het eerst mikten ze nu ook op gewone burgers, eters in een restaurant of bezoekers van een theater. Achter deze gewelddadige praktijk school een idee. Een terreurdaad zou bij de massa's de geest van opstand aanwakkeren en de onmacht van de staat aantonen. De aanslagen op vorsten – met de legendarische moord op keizerin Sissi in 1898 als eerste 'geslaagde' – lijken een exclusief Italiaanse bezigheid te zijn geweest. Een groot aantal Italianen trok indertijd door Europa en Amerika, uit hun land verdreven door politieke onderdrukking, sociale ongelijkheid en armoede. Ook daders van andere nationaliteiten waren doorgaans op de vlucht voor iets of iemand, armoedzaaiers, ver verwijderd geraakt van hun geboortegrond en vrijwel altijd afkomstig uit wat men tegenwoordig probleemgezinnen zou noemen. De forensisch psychiater Emmanuel Régis (les Régicides, 1890) en de criminoloog Cesare Lombroso (Gli Anarchici, 1894) typeerden de daders indertijd als geestelijk gestoorden, criminelen of 'indirecte zelfmoordenaars'.
'Laboratorium van de anarchist'
De tijd van radicaal geweld begon natuurlijk met de uitvinding van dynamiet (gepatenteerd in 1867). In 1885 en 1886 verscheen vervolgens een veelgebruikt receptenboek voor het maken van explosieven als knalkwikzilver. Johann Most, bijgenaamd Dynamost (1846-1906) was daarvan de auteur. Most kwam uit Duitsland, had in Londen zijn eigen blad Freiheit (1879) opgericht en was naar de VS geëmigreerd, waar hij Freiheit voortzette.
Naast dynamiet waren woede en wraaklust belangrijke ingrediënten in de keuken van de anarchist. De ophanging van vier lukraak opgepakte anarchisten na een bomaanslag op de Haymarket in Chicago (1886) bracht duurzame woede onder anarchisten in Europa en Amerika teweeg. Beelden van de executie en de vele herdenkingen ervan gingen steeds weer de wereld over. De collectieve woede werd ook gevoed en levend gehouden door steeds weer nieuwe aanslagen en executies waarbij de ter dood veroordeelde op het schavot riep om wraak. Alles werd breed uitgemeten in de internationale anarchistische pers, die zeer krachtig ontwikkeld was.
De theoretische grondslag voor het doden van gewone burgers werd in die pers op verschillende manieren verwoord. Een duidelijk voorbeeld is te vinden in het blad Pensiero e Dinamite (Idee en Dynamiet) waar de Siciliaanse anarchist Paolo Schicchi (1865-1950) voort meende te bouwen op Darwin: 'Vrouwen, ouderen, kinderen, allemaal moeten ze in bloed gesmoord worden. In de strijd om het bestaan tussen twee groepen moet de ene te gronde gaan om de andere in vrede te laten leven... In ons geval gaat het overigens ook om een dwingende eis van het darwinisme.'
'Depot' van het anarchisme
Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis is de grootste bewaarplaats ter wereld van het anarchistisch erfgoed. Dat meest onwaarschijnlijke titels en unieke uitgaven van periodieken en brochures uit drukkerijtjes over de hele wereld er verzameld zijn. Ook uit de negentiende eeuw, toen de aanslagen hoogtij vierden. Het archief van Alexander Berkman, die zelf een mislukte aanslag pleegde, het redactiearchief van het internationale blad Freedom, vele originele foto's, pamfletten en posters en eerste drukken van publicaties van en over anarchisten. Een eerste overzicht van de anarchisme-collecties op het IISG is te vinden in de webgids Anarchisme.
Over de aanslagen zelf is veel informatie te vinden, ook op internet. In deze presentatie gaat het vooral om het unieke contemporaine materiaal in de collecties van het IISG rond de spraakmakende aanslagen tussen 1892 (Parijs) en 1909 (Argentinië).
Kopieën van dat materiaal zijn desgewenst te bestellen, zie Publieksdiensten.
Ga direct naar
• Parijs 1892-1894
• Alexander Berkman / Henry Frick, 1892
• Barcelona 1893-1897
• Luigi Lucheni / Keizerin Sissi van Oostenrijk-Hongarije, 1898
• Gaetano Bresci / Umberto I van Italië, 1900
• Leon Czolgosz / president McKinley, 1901
• Simon Radowitzky / Ramón Lorenzo Falcón, 1909