Een vergelijkbare collectie documenten handelt over de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784). Deze oorlog werd op 20 december 1780 door de Engelsen begonnen, die al jarenlang geïrriteerd waren door de Nederlandse steun - vooral door de stad Amsterdam - aan de rebellen in de Amerikaanse koloniën. Toen de Engelsen vervolgens in 1780 de zojuist benoemde Amerikaanse ambassadeur Henry Laurens op weg naar de Nederlanden oppakten, grepen ze een geheim verdrag tussen de stad Amsterdam en de rebellen in zijn bagage aan om de Republiek de oorlog te verklaren.
De 23 werken in deze band uit de Akademiebibliotheek - allen gedrukt - handelen voornamelijk over wie verantwoordelijk was voor het beginnen van de oorlog. Die vraag werd onmiddellijk gesteld, omdat de oorlog voor de Nederlanders zo catastrofaal verliep. Tegen het einde van januari 1781 hadden de Engelsen al 200 Nederlandse koopvaardijschepen veroverd. Alleen al de schade die dit verlies met zich meebracht, bedroeg zo'n 15 miljoen gulden.
Wie deze collectie heeft samengesteld - waarschijnlijk onmiddellijk na de vredesovereenkomst in 1784 - is onbekend. De meeste van deze 23 documenten zijn ook in andere Nederlandse bibliotheken aanwezig. Acht werken uit deze verzameling waren echter niet te traceren. Het is goed mogelijk dat het hier om zeldzame en misschien zelfs om unieke exemplaren gaat.
Het hier getoonde werk uit deze verzameling is de Missive van een vriend uit het O.I.Compagnie-schip, De Vrouwe Wilhelmina Catharina, gevoerd by Captein P. van Prooyen, gedestineerd over Batavia na Canton in China, leggende in Duins, aan zijn vriend in Rotterdam.