Rob Bouwman (Semarang, Nederlands-Indië,1940) verbleef tijdens de oorlog onder meer in het Japanse kamp Lampersari, en na de oorlog tot juni 1946 in het republikeinse kamp Somobito. Hij ging in Soerabaja op school en emigreerde in 1954 met zijn vader en stiefmoeder naar Nederland, waar hij de hbs afmaakte op het Haagse Maerlant Lyceum. In Den Haag voelde hij zich snel thuis; het gezin betrok een eigen flat in de Bloemenbuurt. Na zijn studie Scheikunde en promotie-onderzoek in de Natuurkunde, ging hij werken bij Shell, eerst in de Research te Amsterdam en Houston (USA), later in het algemeen management. Zijn laatste post was directeur Shell Nederland. Zijn belangstelling gaat nog steeds uit naar de natuurwetenschappen, maar hij speelt ook graag piano, schildert en reist veel. Naar aanleiding van de vondst van zijn moeders oorlogsdagboek heeft hij een boek gepubliceerd, Twee moeders, over de periode 1942-1946 in Indië, waarin de bersiapperiode in Soerabaja een belangrijke plaats inneemt. Hij is gehuwd met zijn jeugdliefde Maret, heeft twee kinderen en zes kleinkinderen.
Literatuur: Rob Bouwman,
Twee moeders. Kampdagboeken en Bersiap, Rotterdam (Indonet) 2000.
Utrecht, 1958 | 
Den Haag, 1958 | 
Friesland, 1959 | 
Den Haag, 1959 |
| |
Den Haag, Scheveningen, 1960 | 
Leiden, 1961 | 
Arnhem, 1961 (ca.) | 
Leiden, 1964 |
| |
Den Haag, 1964 | 
Den Haag, 1964 | 
Amsterdam, 1965 | 
Oegstgeest, 1966 |
| |
Kaag, 1966 |
| |
