Collectie: Veternik-Deželak |
« vorige | bladeren | volgende » |
Haar vader, de Sloveen Jožef Deželak, kwam in 1927 vanuit Frankrijk naar Nederland. In Frankrijk had hij twee jaar in een mijn gewerkt, waar hij werd geworven door de Staatsmijn Hendrik. Bij aankomst in Brunssum kon hij aan de slag als houwer in die mijn. Onderdak vond hij in het zogenaamde Eggenhuis, van de Limburgse familie Eggen. Zijn vrouw Barbara Vrečko ging aanvankelijk terug Slovenië, omdat ze daar een bestaan wilde opbouwen. Uiteindelijk had zij geen andere keus dan hem in 1928 toch weer achterna te reizen met hun vier kinderen.
Via de Staatsmijn Hendrik kreeg de familie een woning toegewezen aan de Venweg in de kolonie de Langeberg (of Rumpen). Daar werden de andere kinderen geboren en daar bleven ze wonen tot hun vertrek uit Nederland in september 1947.De familie Deželak was een van de families die met het transport van 1947 terugging naar Joegoslavië (voor meer informatie, zie collectie Maruša). Het remigratieproject mondde uit in een grote teleurstelling, omdat toezeggingen over werk en huisvesting niet werden nagekomen. Al in hetzelfde jaar werden de eerste pogingen ondernomen om Joegoslavië weer te ontvluchten. Uiteindelijk zou het hele gezin Deželak, op Stan en Pep na, terugkeren naar Nederland.
Julijana Deželak was negentien jaar toen ze uit Nederland vertrokken. In Slovenië werkte ze op kantoor. In 1953 ging ze terug naar Nederland, waar ze onderdak vond bij haar daar achtergebleven zus. Vier jaar later voegde haar echtgenoot Milan Veternik zich bij haar. Julijana, inmiddels weduwe, woont nog steeds in Brunssum. Ze is al jaren lid van het Sloveense zangkoor Zvon (informatie 2009).
Archieven: IISG, Collectie Sloveense Arbeidsmigranten in Limburg
Literatuur: Milena Mulders, Met de buik het brood achterna. Mijn Sloveense geschiedenis, Amsterdam 2009.