Jeannette Bernadine Nicoline Gaspersz-Deltour werd geboren op 4 februari 1931 te Tjiandjoer bij Bandoeng (Nederlands-Indië). Zij repatrieerde met haar ouders met de Asturias die op 11 juni 1950 de haven van Amsterdam bereikte. Het gezin werd eerst opgevangen in het kamp Beenderibben bij Blokzijl, vervolgens in een hotel in Valkenburg en in januari 1951 in een opvangcentrum in Den Haag. In Indonesië had Jeannette de mulo afgemaakt en zij volgde in Den Haag de secretaresseopleiding van Schoevers. Omdat de Sociale Dienst erop aandrong dat zij werk zou zoeken, deed ze de opleiding in de avonduren. Haar eerste baan was bij de Nillmij in de Paleisstraat. Daar werkte ze een jaar op de afdeling Incasso. Vervolgens trad ze in dienst bij het ministerie van Defensie. Ze is er tot de geboorte van haar tweede kind (haar eerste kind is overleden) in 1964 blijven werken. Haar man, ook in Indië geboren, leerde ze kennen bij PAMS (Pakt Aan Maar Samen), de Indische sportclub die in Den Haag nieuw leven werd ingeblazen door Wim Westerkamp. ‘Oom Wim’ en ‘tante Noes’ Westerkamp waren als ouders voor haar. Jeannette speelde in het eerste team bij korfbal en volleybal en trad toe tot het bestuur als tweede penningmeester.