R. W. Halsema behartigt de belangen van zijn tante mw. Kogeldans-Kroese. Zij is de weduwe van de Surinamer Cornelis Kogeldans (Paramaribo 1902), die in 1930 naar Nederland kwam op zoek naar een beter bestaan. Net als veel andere Surinaamse mannen van zijn generatie vond hij in het vooroorlogse Amsterdam een baan in de horeca. Daarnaast poseerde hij als model op de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. In 1937 trouwde hij de Amsterdamse Truus Kroese, die hij in de Bijenkorf had leren kennen, waar zij als verkoopster op de wijnafdeling werkte. In 1943 zegde hij de horeca vaarwel, om als lasser in dienst te treden van de firma Jonker Ducroo, waar hij tot zijn pensionering in 1967 is blijven werken. Tien jaar later overleed hij.
Literatuur: Annemarie Cottaar, 'Cornelis Kogeldans en Carmen van Vliet: Surinaamse modellen aan de Rijksacademie', In: Wim Willems,
De kunst van het overleven. Levensverhalen uit de twintigste eeuw (Den Haag 2004) 56-83.