Winny Rijkschroeff (Batavia, Nederlands-Indië, 1935) kwam in 1951 naar Nederland. Het gezin werd opgevangen in kasteel Zwaluwenburg bij Elburg, daarna in Scheveningen (pension Crescendo) en kreeg later een eigen huis aan de Geysterenweg in Moerwijk (Den Haag). Haar vader werkte in Indië op het ministerie van Oorlog en ging dat in Nederland ook weer doen, maar moest wel onderaan beginnen. Winny ging na haar middelbare school op hetzelfde ministerie werken en later als typiste bij Esso. Ze trouwde met Bert Scheldwacht en kreeg drie kinderen: Carlo, Esther en Ricci. Ze komt de laatste jaren graag op de Haagse Pasar Malam Besar en kookt regelmatig Indisch; dat heeft ze van haar moeder geleerd. Er is een druk familieleven met broers en zussen van beide kanten. Ze houden elkaar op de hoogte van alle gebeurtenissen en trekken veel samen op.
Ricci Scheldwacht, 'Het Oost-Indisch schrijfsyndroom' in Annemarie Cottaar (red.)
Indisch leven in Nederland (Amsterdam, 2006) 218-229
Indonesië - Aden, 1950 | Egypte, 1950-1951 | Den Haag, Scheveningen, 1951 | Voorthuizen, 1951 |
|
Port Said (Egypte), 1951 | Amersfoort, 1951 | Den Haag, Scheveningen, 1952 | Den Haag, 1952 |
|
Den Haag, 1953 | Den Haag, 1953 | Den Haag, 1954 | Voorthuizen, 1954 |
|
Den Haag, 1954 (ca.) | Den Haag, 1955 | Den Haag, 1956 | Den Haag, 1956 |
|
Den Haag, Scheveningen, 1957 | Den Haag, 1957 | Den Haag, 1957 | Rhoon, 1957 |
|
Den Haag, 1958 | Den Haag, 1961 | Den Haag, 1961 |
|