Collectie: Het Verre Oosten |
« vorige | bladeren | volgende » |
Wilde men deze onbekende gerechten in een vertrouwde omgeving verorberen, dan kon dat ook. Het Verre Oosten deed aan 'uitzending' en bezorgde diners zonder prijsverhoging door de hele stad; eerst met de fiets, later met bestelauto's. In 1958 kwam dat gemiddeld neer op zo'n 1.300 bestellingen per week. In de kaartenbakken van het restaurant bevonden zich in die periode de adressen van maar liefst 60.000 Haagse gezinnen, wat betekent dat pakweg veertig procent van de Hagenaars wel eens bami of nasi liet thuisbezorgen. Ooit begon Cheung met één bestelauto en als er te veel bestellingen waren, huurde hij een paar taxi’s. Maar al snel beschikte het restaurant over een compleet wagenpark. Een probleem was dat het eten in de gewone rantangs (etensdragers) snel koud werd. Cheungs zoon bedacht daar een oplossing voor: een rantang van pannetjes boven elkaar, met in het onderste pannetje hete kooltjes en dan een kap eroverheen. Zo bleef het eten drie uur warm. De rantangs werden niet alleen bezorgd, maar een dag later ook weer opgehaald.
Literatuur: Annemarie Cottaar, Ik had een neef in Den Haag. Nieuwkomers in de twintigste eeuw, Zwolle 1998.