IISG

Zigeunerleven

In Nederlandse kinderboeken van 1825 tot 1990

Het gestolen kind, 1903Het zigeunerleven spreekt sterk tot de verbeelding. De zigeuner staat te boek als werkschuw en onbetrouwbaar. Hij bedelt, stroopt, steelt kippen en ontvoert kinderen. Maar hij is ook een natuurmens, ongebonden, gepassioneerd en muzikaal. De beeldvorming rond zigeuners kunnen we aan de hand van de Nederlandse kinderliteratuur volgen dankzij de verzamelwoede van een Nijmeegse anthropoloog: Jean Kommers. Hij bouwde een collectie op van Nederlandstalige kinderboeken waarin zigeuners, kermisklanten en woonwagenbewoners een hoofdrol spelen. De collectie, nu op het IISG, bevat meer dan driehonderd titels en beslaat de periode 1825-1990.

De tegenstelling tussen donker en licht - vies en schoon, lelijk en knap, zwart en blond - is altijd op een of andere manier in deze lectuur aanwezig. Maar niet per se wordt het goed ook aan de lichte, het kwaad aan de donkere kant gesitueerd. Rond 1930 is de dief in het verhaal nog vanzelfsprekend een zigeuner, Arpad de zigeuner, 1974rond 1970 is de zigeuner alleen in schijn de dief: nu heeft een 'gewone' schurk goudstukken in zijn woonwagen gelegd om hem verdacht te maken. De zigeunerman wordt in het laatste kwart van de twintigste eeuw steeds mooier, warmer en socialer. De zigeunervrouw, althans de jonge variant, is altijd al als bijzonder aantrekkelijk geportretteerd.

Veel boeken zijn verschenen in de jaren '30 en '50. De zigeunercultuur wordt scherp afgezet tegen die van de opbouwende Nederlandse burger. Het loopt slecht af met het ongelukkige kind dat, ontvoerd of verdwaald, in het zigeunerkamp terecht komt. Andersom kunnen zigeunerkinderen, door hun ouders achtergelaten of verkocht, ook niet aarden in de burgermaatschappij. De politiek steeds correctere boeken vanaf de jaren zestig benadrukken evenzeer het anders-zijn van zigeuners. Thema is nu de zigeuner als slachtoffer van vervolging. Een steeds terugkerend motief is dat van de kinderroof. Het werd ooit ingezet als bangmaker gedurende de maanden waarin Zwarte Piet met zijn zak veilig in Spanje zat. De kidnappende zigeuner duikt telkens weer op, Myra, het zigeunermeisje, 1952alleen het perspectief wijzigt met de tijd. Zo vraagt in een boek uit 1987 een zigeunerjongen aan drie Nederlandse knapen op fietsvakantie: 'Hebben jullie wel eens gehoord dat zigeuners kleine kinderen stelen? Kletspraat natuurlijk. Zigeuners houden zielsveel van hun zoons en dochters.'
De hoeveelheid zigeunerboeken op de markt in Nederland overtrof vermoedelijk het aantal aanwezige zigeuners, dat nooit meer dan enkele honderden bedroeg.

Een kleine selectie uit de collectie zigeuner-kinderboeken laat verschillende stijlen in de beeldvorming door de tijd heen zien.
Het IISG verwierf deze collectie in 1999 samen met het archief van de Stichting Lau Mazirel. Alle titels uit deze collectie zijn opgenomen in de catalogus en zijn te vinden met de collectiecode 'Kommers'.

Meer informatie:

Jean Kommers, Kinderroof of zigeunerroof. Zigeuners in kinderboeken. Utrecht, 1993

Tekst: Margreet Schrevel, maart 2003
top