Tijdschrift

voor

Sociale

Geschiedenis


24e jaargang 1998, nummer 3  

Artikelen

Marianne Braun `Het recht even goed te leven als een man.' Hilda van Suylenburg: tekst en context van een emancipatieroman

Tom De Meester Placebo-Belgen. De reproductie van de juridische natie in Belgisch Kongo (1908-1960)

Henk Gras en Philip Hans Franses Toneelverval getoetst. Een statistische analyse van het theaterbezoek te Rotterdam in de eerste helft van de negentiende eeuw 

Werk in uitvoering

Leo Lucassen en Gerard van der Harst De vreugde van het tellen. Nut en noodzaak van twintigste eeuwse vreemdelingenregisters voor historisch migratie-onderzoek 

Buitenlandse tijdschriften Lex Heerma van Voss 

Recensies en aankondigingen

Kroniek 

Personalia 

Abstracts


Kroniek 

TvSG op het internet

Informatie over de verschijningsdatum van het TvSG, de inhoud van nieuwe nummers, maar ook de inhoudsopgave van afgelopen jaargangen met abstracts van artikelen zijn te vinden op het internet http://www.iisg.nl/guestnl.php.

Als een nieuwe service aan de gebruikers van het tijdschrift worden met ingang van dit nummer daar ook de tabellen en de cijfers op basis waarvan de grafieken gemaakt zijn, geplaatst. Deze gegevens worden eveneens met ingang van dit nummer gedeponeerd bij het Nederlands Historisch Data Archief (NHDA), dat een onderdeel is van het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI), Joan Muyskenweg 25, 1096 CJ Amsterdam zodat ze voor secundaire analyse beschikbaar blijven. Gebruik van deze gegevens blijft onderworpen aan de normale copyrightregels die voor het TvSG gelden.

 

IISG-nieuws 

Open dag

Op donderdag 15 oktober organiseert het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) een Open Dag. Van 10.00 tot 16.00 is iedereen van harte welkom om een kijkje achter de schermen te komen nemen. Er worden ronleidingen georganiseerd, er zijn hoogtepunten uit de collectie te zien en er wordt doorlopend een video over het IISG vertoond. Voor docenten die met een groep studenten willen komen, zijn aparte afspraken mogelijk. Groepen dienen zich van te voren aan te melden.

Voor meer informatie: Karin Hofmeester, IISG, Cruquiusweg 31, 1019 AT Amsterdam. Telefoon: 020-6685866; e-mail: kho@iisg.nl.

 

IISG-lezingen: Work in progress. Sociaal-historische lezingen over lopend onderzoek

29 september: Kanran Asdar Ali, Labour History of Karachi, Pakistan

27 oktober: Katherine Lynch, Individual, Family, and Community in Western Europe

24 november: Ratna Saptari, Labour Movements in Asia: some comparisons from Southeast and East Asia

15 december: Henk Wals, Bestaansstrategieën van Amsterdamse bouwvakarbeiders in het eerste kwart van de 20e eeuw

 

Alle lezingen vinden plaats in het International Instituut voor Sociale Geschiedenis, Cruquiusweg 31, 1019 AT Amsterdam, tel 020-6685866. Aanvang 12.15. Toegang vrij. 

 

 

Congressen, bijeenkomsten, call for papers 

200 Jaar Rijkswaterstaat 

Op donderdag 5 november wordt door de Vereninging van waterstaatsgeschiedenis een congres georganiseerd dat in het teken staat van het 200-jarig bestaan van Rijkswaterstaat. De ontwikkeling van Rijkswaterstaat zal worden belicht vanuit vier thema's: organisatie, techniek, bestuurlijke verhoudingen en koloniën. Sprekers zijn: prof. dr ir. H.W. Lintsen, drs. A. Bosch, Drs. W. van den Ham, dr M.L. ten Horn van Nispen, drs. E.A.M. Berkers en dr W. Ravensteijn. Aan het einde van het programma is er gelegenheid om een videopresentatie, maquette en tentoonstelling te bezichtigen.

De dag vindt plaats in het Keringhuis, het informatiecentrum Stormvloedkering Nieuwe Waterweg in Hoek van Holland.

De kosten bedragen 30 gulden per persoon. Men kan zich tot 18 oktober aanmelden bij B. Dolfing, Merendonk 42, 2317 XN Leiden. Aanmelding geldt als betalingsverplichting. Men gelieve het bedrag voortijdig over te maken op girorekening 93830 t.n.v. Vereniging voor Waterstaatsgeschiedenis, postbus 595, 9400 AN Assen, o.v.v. Keringhuis 5-11-1998. 

 

De stad van Rembrandt: hedendaagse visies op de gouden eeuw van Amsterdam

 Een aantal vooraanstaande historici heeft onlangs besloten tot de oprichting van de Jan Wagenaar Stichting tot bevordering van onderzoek naar de geschiedenis van Amsterdam. De stichting is genoemd naar de befaamde achttiende -eeuwse stadshistoricus en is gevestigd bij het Gemeentearchief Amsterdam. Als eerste activiteit organiseert de stichting een symposium op vrijdag 13 november 1998 onder de titel De stad van Rembrandt: hedendaagse visies op de gouden eeuw van Amsterdam. De aanleiding daartoe is de viering van het 150-jarig bestaan van het Gemeentearchief in dit jaar. In de maanden oktober en november houdt het Gemeentearchief een grote tentoonstelling onder de titel Rembrandt aan de Amstel. Wandelingen in en om Amsterdam. Het onderwerp van het symposium sluit daarop aan. Sprekers zijn onder meer de hoogleraren Jonathan Israel, Michael Montias, Willem Frijhoff, Maarten Prak en Koen Ottenheym.

U kunt zich opgeven voor deelname aan het symposium door een briefje te sturen naar de Jan Wagenaar Stichting, Postbus 51140, 1007 EC Amsterdam. De kosten (incl. lunch) bedragen f 50,00 (voor studenten en AIO's f 25,00) over te maken op bankrek. 513836411 t.n.v. de Jan Wagenaar Stichting Amsterdam. Telefonische inlichtingen zijn te verkrijgen bij het Gemeentearchief te Amsterdam, 020-5720202 (Ad Knotter of Boudewijn Bakker). 

 

'Beelden van de Hollandse buitenplaats'. Elitevorming en buitenleven in de korte negentiende eeuw (1815-1880)

 Vrijdag 16 april 1999 organiseert de Werkgroep Elites op huis Beeckestijn te Velsen een studiedag over de 'Hollandse buitenplaats'. Op deze bijeenkomst wordt het karakter, de betekenis en de vorm van het Hollandse buitenleven in de periode 1815 tot 1880 onder de aandacht gebracht. Dat dit tijdvak, verguisd door de Tachtigers om zijn fatsoenlijke kleinsteedse burgerlijkheid, óók een laatste bloeiperiode kende van aristocratische levensvormen, is nog maar weinig bekend. Als laatste portrettist van de Amsterdamse society heeft Frans van Lennep in verschillende publicaties tot in de jaren 1960 het beeld van de Hollandse buitenplaats levend gehouden vanuit het perspectief van een insider. Op het congres zal deze wereld van Van Lennep vanuit een breed scala van invalshoeken opnieuw in kaart worden gebracht. Centraal daarbij staat het typisch negentiende-eeuwse vraagstuk van het spanningsveld tussen burgerlijke cultuur en aristocratische levensstijl. Was de negentiende-eeuwse buitenplaats een erfenis van het ancien régime of moeten we haar als eigensoortig verstaan? Welke betekenis moet er worden gehecht aan de negentiende-eeuwse vormentaal van huis, tuin en landschap, die nog zo weinig vanuit een bredere maatschappelijke context is bestudeerd? Wat was de functie van landbezit en buitenleven voor de negentiende-eeuwse notabele elites? En ten slotte: waarom is in ons land het aristocratisch buitenleven verdrongen uit de literaire, artistieke en historische verbeelding?

Over deze problemen buigen zich de volgende sprekers: Erik de Jong (kunsthistoricus, VU Amsterdam) behandelt het landschap als tuinkunst in en om Kennemerland; Ben Olde Meierink (monumentenhistoricus) onderzoekt de Amsterdamse exploitatie en vormgeving van het landgoed op afstand; Roger Crols (architectuurhistoricus, Nijmegen) schetst de vormverandering van het Hollandse buitenhuis van kasteel tot villacultuur; Peter van Zonneveld (historische letterkunde, Leiden) analyseert de literaire representatie van het Hollandse buitenleven vanaf Beets tot de Tachtigers; Yme Kuiper (historisch antropoloog, Groningen) zal Van Lenneps beeld 'herlezen' en vergelijken met de positie van het buitenleven in de levensstijl van de Friese aristocratie; Rob van der Laarse (historicus, UvA) belicht de paradoxale betekenis van land en grondbezit in het zelfbeeld van de Amsterdamse haute bourgeoisie. Het zestal lezingen zal worden geopend met een korte diapresentatie van de landgoederen van Kennemerland door mw. Mieke Wilmink, terwijl na de lunch een bezichtiging van de tuinen van Beeckestijn op het programma staat.

Lokatie: Museum Beeckestijn, Rijksweg 136, Velsen-Zuid

Aanmelding: door het overmaken van f 50,00 (incl. lunch) op bankrek. 51.17.88.959 van het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag, o.v.v. 'Studiedag buitenplaats'. Als bewijs van inschrijving ontvangt u het dagprogramma met een korte samenvatting van de lezingen.

Nadere informatie: dr. Y.B. Kuiper (RUG 050-635568/058-2886082) en dr. R. van der Laarse (UvA 020-5254467/0299-371717)  

Call for papers: ESA 4th European Conference of Sociology: Will Europe work? 

The european Sociological Association hosts its Fourth Conference on August 18-21, 1999 at the Vrije Universiteit Amsterdam. The conference theme is Will Europe work? The theme will be explored focusing particularly on the issues of work and inequalities, constructing institutions and identities, and Europe's working in the world in the process of unification of Europe.

Abstracts should contain no more than 250 words; do not forget your name, institute, mailing address and 3-mail A printed copy, as well as a floppy disk in Wordperfect 5.1, DOS/ASCII or Word should be sent to the secretariat before 15 january, 1999.

Information: SISWO, Plantage Muidergracht 4, 1018 TV Amsterdam. Telefoon: 020-5270600; e-mail: esa@siswo.uva.nl.  

 

Nieuwsbrief over Sportgeschiedenis 

De nieuwsbrief Uit het veld bevat informatie over ontwikkelingen bij de jonge academische discipline ‘sportgeschiedenis’. Ook staan er korte berichten over de historische achtergrond van aktuele gebeurtenissen in de sportwereld in. De nieuwsbrief verschijnt onregelmatig. ‘Uit het veld’ wordt gecoördineerd door Jurryt van de Vooren, sporthistoricus uit Amsterdam (020-4208049 of jurryt@xs4all.nl). Sportgeschiedenis op Internet: http://www.geocities.com/CollegePark/Library/7275/

(Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)


Personalia  

Marianne Braun is politicologe en promoveerde op De prijs van de liefde. De eerste feministische golf, het huwelijksrecht en de vaderlandse geschiedenis (Amsterdam 1992). Zij publiceerde onder meer op het terrein van de eind negentiende eeuwse politieke en cultuurgeschiedenis van Nederland en werkt aan een biografie van Wilhelmina Drucker.  (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

Tom De Meester (1975) is historicus, en verbonden aan de Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis van de Universiteit Gent. Hij is auteur van een licentiaatsverhandeling over nationaliteitswetgeving en naturalisatie in België (1894-1965), bekroond met de André Schaepdrijverprijs 1998.  (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

Philip Hans Franses studeerde econometrie in Groningen en is werkzaam bij de vakgroep Econometrie en Besliskunde van de Erasmus-universiteit Rotterdam en bijzonder hoogleraar Toegepaste Econometrie. Zijn onderzoek ligt op het terrein van econometrische modellen voor tijdreeksen.  (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

Henk Gras studeerde (middeleeuwse) geschiedenis in Utrecht en is werkzaam bij het onderwijsinstituut Media en Re/presentatie van de Universiteit Utrecht en het onderzoeksinstituut Geschiedenis en Cultuur aldaar. Zijn onderzoek ligt op het terrein van de ontwikkeling van het veld van theatrale vermakelijkheden vanaf de zestiende eeuw, in het bijzonder het historisch publieksonderzoek.  (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

Gerard van der Harst (1967) is werkzaam bij de vakgroep Geschiedenis en Regiostudies van de Universiteit van Amsterdam. Hij bereidt een proefschrift voor over het vestigingsproces van Zeeuwse en Brabantse migranten die in de negentiende en twintigste eeuw naar Rotterdam kwamen.  (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

Lex Heerma van Voss (1955) is senior onderzoeker bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam. In 1996 verscheen van hem en Juliette Roding (eds.), The North Sea and culture, 1550-1800 (Hilversum: Verloren).  (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

Leo Lucassen (1959) promoveerde in 1990 in Leiden op de geschiedenis van zigeuners en is sinds januari 1998 als NWO-pionier werkzaam bij de vakgroep Geschiedenis en Regiostudies van de Universiteit van Amsterdam. Het pionier-onderzoek richt zich op de Determinanten van het vestigingsproces van immigranten in Nederland in de periode 1860-1960. (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)


Abstracts  

Marianne Braun, `The right to live as well as a man'. Text and context of a feminist novel. 

In 1897 the extraordinary successful novel Hilda van Suylenburg by Cécile de Jong-van Beek en Donk was published. This personal and political programme for a better world for both sexes influenced - and more, shaped - the debate on the so called `women's question. Being a novel, which was written in such a way that it carried away young ladies and elder men, it was part of the broad movement for social justice of the Dutch fin the siecle. This article highlights the particular feminist portrayal of the `social question' as the novel exposed. It positions the novel in the world of literature and art and finally analyses the apprehensive reactions of the Dutch opinion leaders.  (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

 

Tom de Meester, Placebo Belgians. Reproducing the nation in the Belgian Congo 

This article discusses nationality law in the Belgian Congo and analyses theoretical disputes in the contemporary legal literature concerning issues of nationality and racial segregation in colonial society. The Belgian nationality of the black inhabitants of the Congo region is depicted as mere rhetoric, since it did not prevent them from racial segregation and severe discrimination. The minor importance of national boundaries in colonial society and the domination of social reality by a hegemonic racial idiom were reflected in the insufficiency and inaccuracy of nationality law. Colonial law and regulations moreover were built around racial categories of which the mutual boundaries were not clearly defined.  (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

 

Henk Gras and Philip Hans Franses, The decline of the theatre? An statistical analysis of theatre-going in Rotterdam in the first half of the nineteenth century 

This article contributes to the discussion about 'the decline and the revival of the theatre' in the Netherlands in the nineteenth century. The idea of a decline of the theatre, both qualitatively and quantitatively, was spread in the theatre journals of those days. It was taken over by modern theatre scholars, and the 'fact' of such a decline constructs the master narrative of Dutch theatre history. A basic element in it is the supposedly strong relation between class (theatre rank) and genre: the elite liked verse tragedy, the rabble melodrama. It is possible to test such opinions about the relationship between audience and theatre fare supplied to them, by means of a statistical analysis of ticket sales. The Rotterdam theatre archives contain the daily ticket sales per rank for about the whole nineteenth century. The idea of the decline of the theatre found no support from this analysis. As a new hypothesis we formulate that theatre-going in the first half of the nineteenth century in Rotterdam was dominated by the calendar and that this would change in theatre-going dominated by the supply of plays. 

Voor de tabellen, grafieken 1, 2, 3, 4 en bijlagen uit dit artikel, klik op de gewenste data. (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)

 

Leo Lucassen and Gerard van der Harst, The joy of counting. The use of foreigner's registrations for migration studies in the Netherlands 

Many Dutch historians have used foreigner's registrations in the early modern period to reconstruct migration and settlement patterns. Ironically, in the period that the quality of this source increases, historians tend to prefer sources like case histories, interviews, newspapers and the like. In our article we plead for a more systematic use of foreigner's registrations, which exist for bigger cities from c. 1850 onwards and which became obligatory in 1918. Our sample from the Leiden foreigner's registration (1918-1955) made us aware of the importance of short-term migrants (musicians, technicians, scholars, servants, and refugees). Further it revealed several groups of immigrants whose existence so far was not noticed by historians. The most important were Hungarian children (predominantly girls) who were taken in by Leiden families in the 1920s with the aim to receive them for a short while. Many of them (about 40%), however, stayed in the end and married Dutch men. This gender-specific effect of migration operated in a similar way for the German servant girls.

Voor de tabellen en grafieken uit dit artikel, klik op de gewenste data. (Terug naar inhoudsopgave van dit nummer)


Terug naar inhoudsopgave van dit nummer

Terug naar overzicht van vorige  nummers en jaargangen

Home