Een voet tussen de deur - Geschiedenis van de kraakbeweging 1964 - 1999

Inhoud | Hoofdstuk 3 | volgende hoofdstuk

[3] Wij blijven hier wonen

In Amsterdam krijgt de kraakbeweging begin 1975 definitief vorm, als een aantal actiegroepen dat zich onafhankelijk van elkaar met woningnood en kraken bezighoudt, de koppen bij elkaar steekt. Dat tijdstip heeft alles te maken met de dreiging van grootschalige ontruimingen in de Nieuwmarktbuurt ten behoeve van de sanering en de metroaanleg. In de aanloop naar de ontruimingen is de hele Amsterdamse actiewereld maandenlang gefixeerd op het verzet van deze buurt. Het is echter niet alleen het tijdstip van de ontruimingen dat de vorming van de kraakbeweging bespoedigt, ook de ervaringen die de Amsterdamse actievoerders bij het buurtverzet in de Nieuwmarkt opdoen, blijken van cruciale betekenis. Voordat in het tweede deel van dit hoofdstuk de laatste stappen die leiden tot de definitieve vorming van de kraakbeweging beschreven worden, volgen we de ontwikkelingen in de Nieuwmarktbuurt. De organisatie die hier door de krakers wordt opgezet, zal in bijna alle opzichten model staan voor de kraakgroepen die vanaf 1975 samen de kraakbeweging gaan vormen.

Er is geen enkele buurt in Amsterdam zo geteisterd uit de Tweede Wereldoorlog te voorschijn gekomen als die rond de Nieuwmarkt en het Waterlooplein. De deportatie van de joodse bevolking heeft diepe sporen nagelaten. Tot ver na de oorlog herinneren de open gaten tussen de nog overeind staande huizen aan deze tragedie.
   Het gemeentebestuur had zo zijn eigen opvattingen over de wederopbouw van de verpauperde buurt. In de jaren zestig krijgt de buurt te maken met vier grootschalige projecten die Amsterdam in de vaart der volkeren moeten opstoten: behalve de IJ-tunnel, die in 1968 in gebruik wordt genomen, worden er voorbereidingen getroffen voor een stadhuis op het Waterlooplein, een vierbaanssnelweg en een metro van de Bijlmer naar het Centraal Station, dwars door de buurt. In 1964 begint men ter voorbereiding van deze algehele sanering de eerste pandjes op te kopen en te slopen.
   Omdat bekend is dat er in de Nieuwmarkt nog veel huizen gesloopt zullen worden, heeft stichting De Straat in 1967 haar oog laten vallen op een klein huizenblok in de Dijkstraat en de Keizersstraat, om er een 'speelstraat'-experiment in praktijk te brengen. In het straatje zou 'geleerd, gewerkt en gespeeld'1 kunnen worden, buiten en in een aantal voor iedereen toegankelijke ruimtes. Stichting De Straat is een initiatief van een aantal architecten waar zich al snel enkele voormalige provo's bijvoegen. Het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk stelt f 25.000,- beschikbaar en de gemeente zorgt voor zeven voor de sloop bestemde panden, die binnen niet al te lange tijd vrij zouden komen. De buurtbewoners zijn echter fel gekant tegen de komst van het experiment. Waar men zich het meest druk om maakt is dat aan de ene kant de buurt van de kaart dreigt te worden gevaagd, terwijl aan de andere kant voor een stel vreemde snuiters panden worden opgeknapt om er een of ander vaag experiment te beginnen; niemand had erom gevraagd en de buurt had er ook niets aan. De initiatiefnemers van De Straat hebben wel begrip voor deze kritiek en besluiten het experiment stop te zetten. De panden zijn dan echter al door de gemeente overgedragen. Het uit de Provo-tijd stammende Witte Kinderplan is het enige onderdeel van de oorspronkelijke opzet van De Straat dat in praktijk wordt gebracht. In een verlaten bakkerij in de Keizersstraat gaat in 1968 een crèche van start, waar inderdaad bijna geen kinderen uit de buurt op zitten. Om aan de bezwaren van de buurtbewoners tegemoet te komen zullen de andere reeds ter beschikking gestelde panden in de volgende jaren zoveel mogelijk een buurtfunctie krijgen.
   Nadat in 1968 in de gemeenteraad besloten wordt tot de aanleg van de metro, komen buurtbewoners en andere Amsterdammers die zich inzetten voor het behoud van de binnenstad in het geweer. Ze dwingen een sloopstop af tot het moment dat de sanering en de aanleg van de metro daadwerkelijk ter hand zullen worden genomen. Daarop trekken eind 1968 de eerste krakers in de verlaten en deels verkrotte woningen. De afbraakpanden die ter beschikking gesteld waren aan De Straat, blijven door de sloopstop beschikbaar voor buurtactiviteiten. En dat komt goed uit voor enkele activisten die betrokken waren bij kraakacties van Woningburo de Kraker.
   Als Tjebbe van Tijen en Josien Eissens in oktober 1969 de Wijttenbachstraat moeten verlaten, kunnen ze terecht in het pand aan de Keizersstraat 2a. Via stichting De Straat krijgt ook een andere actievoerder van Woningburo de Kraker, Otto Schuurman, samen met een van de medewerkers van het Geïllustreerd Bethaniënnieuws, Hans Elzinga, een pandje toegewezen in de Dijkstraat. In de zomer van 1970 verhuist de drukkerij van Rob Stolk en Lou van Nimwegen van de Koestraat naar de Keizersstraat 2a. De voormalige krakers van Woningburo de Kraker zetten zich vanaf hun intrede in de Nieuwmarkt in voor het behoud van de buurt en vormen vanuit het organisatorische centrum aan de Keizersstraat 2a een belangrijke kern van de Aktiegroep Nieuwmarkt. Hun onder andere in de Wijttenbachstraat opgedane ervaring met het opknappen van onbewoonbaar verklaarde woningen nemen ze mee.
   In het voorjaar van 1970 begint de Aktiegroep Nieuwmarkt met de aanpak van de vervallen en dichtgetimmerde woningen. Er worden ploegen geformeerd om de woningen op te knappen. Ook wordt een voormalige smederij gekraakt die na een opknapbeurt dienst zal doen als ontmoetings en vergaderruimte en bekend zal worden onder de naam De Smederij. In mei verschijnt na ruim een jaar weer een nummer van het Geïllustreerd Bethaniënnieuws. Hierin wordt opnieuw fel van leer getrokken tegen alle grootschalige plannen die de binnenstad bedreigen. In hetzelfde nummer staat een interview met Wim de Swart, een van de drijvende krachten achter het Sanerings en Begeleidingscomité. Dit comité is in 1965 opgericht door de cpn om de sanering voor de bewoners zo soepel mogelijk te laten verlopen. In het interview bekeert De Swart zich echter tot het standpunt van de Aktiegroep Nieuwmarkt, de buurt voor ondergang te behoeden en de bewoners in de buurt te houden. Een paar maanden later wordt het cpn-comité opgeheven en de leden sluiten zich aan bij de begin 1970 opgerichte Sectie Woon en Leefklimaat van het Wijkcentrum d'Oude Stadt, in de volksmond vooral bekend als de Sectie.
   De Aktiegroep Nieuwmarkt is vooral een bundeling van krakers, terwijl in de Sectie alle andere buurtbewoners vertegenwoordigd zijn die zich kritisch opstellen tegenover de sloopplannen. Er bestaat echter een behoorlijke overlap tussen beide groepen. Krakers vergaderen mee met de Sectie en de wat radicalere buurtbewoners doen mee met de Aktiegroep. Tine Hofman bijvoorbeeld, een gesjeesde cpn'ster die in de jaren zestig het voortouw nam voor de Aktiegroep Vietnam, en Luud Schimmelpennink, die in 1968 na zijn periode als Provo-gemeenteraadslid voorzitter wordt van het Wijkcentrum d'Oude Stadt. Gaandeweg ontwikkelt zich tussen de Aktiegroep en de Sectie een speciale taakverdeling. 'De parlementaire acties werden door het Wijkcentrum gevoerd, keurig met briefhoofd, de acties die niet door de beugel konden, door de Aktiegroep. Deze twee verschillende gezichten brachten de gemeente in verwarring. Omdat de Aktiegroep niet erkend werd door de gemeente, kon men daarmee niet praten en probeerde men via het Wijkcentrum vat op ze te krijgen. Dat lukte niet doordat Wijkcentrum en Aktiegroep dezelfde doelstelling hadden, tenminste waar het de buurt betrof.'2
   Een van de eerste gezamenlijke acties van de Sectie en de Aktiegroep vindt plaats in de zomer van 1970 met de samenstelling van zogenaamde sloperspiketten. Al het afbraakwerk in de buurt wordt besmet verklaard en er wordt een sloopalarm ingesteld. In de buurt worden lijsten verspreid waarop de mensen staan vermeld die in het geval dat iemand ergens sloopwerkzaamheden signaleert, gewaarschuwd kunnen worden. Het alarm functioneert als een sneeuwbal. Via een paar centrale ingangsnummers wordt een keten in werking gesteld, waardoor binnen de kortste keren een groot aantal mensen gemobiliseerd kan worden.
   Als in het najaar de daadwerkelijke voorbereidingen voor de aanleg van de metro van start gaan, breiden de activiteiten van de sloperspiketten zich uit. Er hoeft maar ergens een kuil gegraven te worden, of de sneeuwbal treedt in werking. In november bericht de Aktiegroep dat ze demonstratief een overdag gegraven geul 's avonds weer dichtgegooid heeft. Om een optimale reikwijdte van het alarm te bereiken, wordt begin 1971 een sirene geïnstalleerd op een van de daken van de gekraakte panden. De gemeente is er niet blij mee. Ze werpt de krakers voor de voeten met de sirene onrust te zaaien, omdat die net zo klinkt als de aankondiging van een kernoorlog. De sirene loeit voor de eerste keer wanneer begin april het energiebedrijf poogt het gas af te sluiten in een van de gekraakte panden in de Keizersstraat. Zo'n tweehonderd buurtbewoners en krakers komen op het lawaai af en weten de ambtenaren en de inmiddels toegesnelde politie te bewegen onverrichter zake te vertrekken. Een paar dagen later wordt opnieuw alarm gegeven, dit keer om een aantal actievoerders uit de buurt te hulp te komen die op de Oosterdoksdam, vlak bij het Centraal Station, belaagd worden door de politie. Ter voorbereiding van de metrowerkzaamheden zouden hier alvast bomen worden gekapt. Uit protest hebben de actievoerders zich in de bomen verschanst. Er ontstaat een flinke opstoot waarbij uiteindelijk negen mensen worden gearresteerd, onder wie de zojuist uit de gemeenteraad getreden kabouters Connie Bos en Frans van Bommel.
   Dankzij de inzet van de Aktiegroep Nieuwmarkt neemt het aantal gekraakte panden gestaag toe. Tegelijkertijd ontwikkelt zich een aparte infrastructuur met allerlei voorzieningen voor de krakers en voor de buurt. De oude radencommunist Gerard van den Berg heeft zich door de radio-uitzendingen van De Vrije Maagd, vanuit het in mei '69 bezette Maagdenhuis, laten inspireren tot de oprichting van een eigen illegaal radiostation. Begin april 1971 gaat Radio Sirene de lucht in met een wekelijkse uitzending op de middengolf. Om voorbereid te zijn op de immer dreigende invallen van de Radio Controledienst is de zender zo mobiel mogelijk gemaakt. Later dat jaar begint Van den Berg dan ook met radio-uitzendingen in andere buurten; eerst in de Jordaan, later, in samenwerking met De Sterke Arm, in de Dapperbuurt.
   Behalve met radio-uitzendingen wordt ook informatie verspreid door middel van allerlei krantjes en pamfletten. Het Geïllustreerd Bethaniënnieuws fuseert in het voorjaar van 1971 met een ander buurtblaadje, Lastage, tot Nieuwsmarkt. Het is een wekelijks bulletin dat bijna een jaar lang de buurtbewoners op de hoogte houdt van de meest recente ontwikkelingen. Nieuwsmarkt is erin gespecialiseerd op slinkse wijze verkregen, niet-openbare rapporten over de voorbereidingen van de metrowerkzaamheden in de openbaarheid te gooien. Dit tot groot ongenoegen van de gemeente, want de geheime informatie wordt handenwrijvend overgenomen door de landelijke media.
   Nieuwsmarkt gaat begin 1972 na een redactie-uitbreiding over in het Amsterdams Weekblad, dat bedoeld is als spreekbuis voor buurtactiegroepen in de hele stad. De namen van de tijdschriften veranderen, maar de kern van de redactie blijft hetzelfde. Het drukken wordt steeds verzorgd door Rob Stolk en Lou van Nimwegen en voor de financiering vormt de stichting Ter Bevordering van een Goed en Goedkoop Leven nog steeds een aardige buffer. Het Amsterdams Weekblad verschijnt tot de zomer van 1973. Voor de meer artistieke producten wordt een aparte drukkerij opgericht: de 'Vrije Zeefdrukker'. Hier komen tussen 1972 en 1975 tientallen verschillende affiches en illustraties onder de pers vandaan. Voor de krakers zelf wordt in het pand van stichting De Straat, dat Otto Schuurman cum suis kreeg toebedeeld, een gemeenschappelijke werkplaats ingericht waar iedereen terecht kan om gereedschap te gebruiken of te lenen. De voorziening gaat door het leven als de 'Stadstimmertuinen'. Rond de werkplaats vormt zich een groep handige jongens die fungeren als een soort Dienst Publieke Werken van de Aktiegroep. Ze assisteren bij het opknappen van de huizen en voeren allerlei werkzaamheden uit die de hele buurt ten goede komen. Zo bouwen ze bijvoorbeeld een chic geitenhok voor de kinderboerderij. Af en toe krijgen ze voor hun werk wat betaald uit het 'herstelfonds'. Dit fonds is meteen met de komst van de eerste krakers van de Aktiegroep in 1970 opgericht. Alle krakers worden geacht f 10,- per week te betalen. Hiervan is f 2,50 bestemd voor acties, de rest gaat naar het opknappen van de onbewoonbaar gemaakte woningen. Onder het motto 'hoe meer bewoonbare panden, hoe sterker we staan' wordt geld uit het fonds beschikbaar gesteld voor de panden die dat het meest nodig hebben. In ieder pand wordt een 'pandjesbaas' aangewezen die verantwoordelijk is voor het ophalen van het geld.
   Een groot probleem bij het opknappen van de panden is de weigering van de gemeente ze aan te sluiten op water en elektriciteit. 'Uw woning bestaat niet meer' luidt steevast het antwoord wanneer de bewoners bij de betreffende instanties een aanvraag indienen. Noodgedwongen wordt het probleem creatief opgelost: lantaarnpalen op straat dienen als aftappunt, of er wordt vanuit één legale elektriciteitsmeter een heel netwerk aangelegd over de naburige niet-aangesloten panden. Het is spelen met vuur, dat ziet iedereen wel in. Brandjes komen dan ook regelmatig voor. Via het Wijkcentrum wordt er bij de gemeente op aangedrongen alle woningen op de noodzakelijke voorzieningen aan te sluiten. Zonder resultaat, de gemeente houdt vol dat wegens 'wederrechtelijke bewoning' aansluiting niet toegestaan kan worden.
   Als de gemeente begin 1972 ook nog eens enkele clandestien aangesloten woningen begint binnen te vallen en af te sluiten van elektriciteit, slaat de vlam in de pan. Het Gemeentelijk Energie Bedrijf wordt op 10 januari bezet en de arbeiders worden opgeroepen niet langer mee te werken aan afsluitingen, zich solidair te verklaren en 'licht te brengen in de duisternis van de woningnood'. Zoals zo vaak blijkt een stapje extra genoeg om ingesleten opvattingen los te wrikken en te doen omslaan in het tegendeel: binnen een paar dagen verklaren burgemeester en wethouders dat voortaan alle kraakpanden in Amsterdam aangesloten kunnen worden op gas, water en licht.
   De Aktiegroep doet er alles aan om bij de oorspronkelijke buurtbewoners enige goodwill te kweken. Ze heeft er alle belang bij te laten zien dat ze een positieve bijdrage kan leveren aan het leven in de buurt. Immers om aan te tonen hoeveel er door de kaalslagplannen van de gemeente verloren zou gaan, dient er wel een levendige en hechte buurtgemeenschap te bestaan. De middenstanders in de buurt behoren tot de eersten die de krakers in hun armen sluiten. Ze vormen voor de winkeliers een meer dan noodzakelijke aanvulling op een zienderogen afnemende clientèle. Een in juni 1971 door de Aktiegroep georganiseerde feestweek, compleet met kindermiddagen en een optreden van Zwarte Riek in De Smederij, trekt veel 'autochtone' buurtbewoners over de streep.
   Zo'n gebaar naar de buurt is bovendien nodig om enig tegenwicht te bieden aan een hardnekkig probleem waar de krakers in de Nieuwmarktbuurt mee te maken krijgen. Veel verlaten en onbewoonbaar gemaakte woningen daar worden weliswaar opengebroken en weer opgeknapt, er blijft echter een groot aantal krotten over waar zelfs de krakers zich niet aan wagen. Het zijn deze huizen waarin vooral rondtrekkende buitenlanders voor korte of langere tijd hun intrek nemen. Het gaat deze figuren alleen om een dak boven hun hoofd en ze laten zich dan ook weinig gelegen liggen aan de buurt. Dat levert nogal wat overlast en burengerucht op, maar vooral een toenemend brandgevaar. Al met al een doorn in het oog van de Aktiegroep Nieuwmarkt die ook wel inziet dat door deze loslopende types hun positie in de buurt op het spel gezet wordt.

H3 No Camping (31K)

   Met de zomer van 1971 voor de deur vreest de Aktiegroep een onbeheersbare toename van het aantal 'kampeerkrakers'. Aan het eind van de vorige zomer was door een gewelddadige overval van een groep mariniers abrupt een einde gekomen aan het beruchte damslapen. Op eigen houtje hadden 'de Jannen' de Dam schoongeveegd. Dit leidde een aantal dagen tot hevige onlusten tussen politie en jongeren in de binnenstad. Nu het seizoen weer aanbreekt, dreigen de toeristen zich over de stad te verspreiden en vooral in de Nieuwmarkt een onderkomen te zoeken. Onder buitenlandse jongeren in het centrum worden pamfletten verspreid en de buurt zelf komt vol te hangen met affiches: 'Our neighbourhood is no camping.' Maar velen laten zich niet afschrikken door deze oproep om uit de buurt weg te blijven en trekken met enige regelmaat in de nog beschikbare krotten. Als ze het echter te bont maken krijgen ze de Aktiegroep op bezoek, die hun met een vastberaden blik verzoekt hun heil elders te zoeken.3 Af en toe gaat een en ander gepaard met wat rake klappen over en weer, maar in het algemeen kunnen op deze wijze de rotste plekken in de buurt worden weggesneden. Met de rest zal men moeten leren leven.

De bezorgdheid om het imago van de krakers in de buurt blijkt niet overdreven. Voor Wim de Swart en zijn maten uit de cpn vormt de onrust die de kampeerkrakers veroorzaken een aanleiding om het Sanerings- en Begeleidingskomité nieuw leven in te blazen. Het tijdstip, eind januari 1972, valt samen met het door de landelijke cpn geopende offensief tegen de buurtactiegroepen die overal in het land als paddestoelen uit de grond schieten.

h3 Demonstreer mee (92K)

   Als de Gezamenlijke Aktiegroepen tegen het Woningwanbeleid hebben de buurtactiegroepen in Amsterdam op 26 januari een demonstratie gehouden tegen de woningnood en het kaalslagbeleid van de overheid. Daags na de demonstratie beschuldigt De Waarheid onder de kop 'Afleidingsmanoeuvre van rechtse ultra's' de buurtactiegroepen ervan het werk van de gemeentebesturen - in Amsterdam levert de CPN twee wethouders - onmogelijk te maken en slechts de rechtse regering-Biesheuvel in de kaart te spelen. Ze zouden zelfs 'drijven naar fascisering'. Het zal dan ook geen toeval zijn dat juist rond de demonstratie van de gezamenlijke buurtactiegroepen het Sanerings- en Begeleidingskomité weer van zich laat horen. Uit naam van de 'rechtgeaarde' buurtbewoners schaart het zich achter het metro en saneringsbeleid van de gemeente en pleit voor directe afbraak van de door de oorspronkelijke buurtbewoners verlaten woningen. In een huis-aan-huis verspreid blaadje De stem van de buurt licht het over de rug van de krakers zijn opvattingen toe: 'In de meeste ontruimde woningen kwamen er [mensen] op, die de krotten in rattenholen veranderden en er een andere mentaliteit op nahielden dan de oorspronkelijke bewoners gewend zijn. Moet men het communeleven aanvaarden als een oplossing? Moet men tolerant en lief zijn voor de buitenlanders en een kleine groep Nederlanders, die in hun eigen drek leven, uitgezonderd een klein groepje goedwillenden? Laat u niet intimideren door een handjevol nietsnutters.'
   Het Sanerings- en Begeleidingskomité voegt de daad bij het woord en vernielt in het voorjaar eigenhandig een door een excentrieke kampeerkraker bezette woning. De bewoner zelf komt er met een hersenschudding af. De onderlinge verhoudingen zijn definitief verstoord; tussen de krakers van de Aktiegroep Nieuwmarkt en de cpn zal het nooit meer goed komen.4

h3 Metro rat (53K)

   Als de gemeentelijke projectgroep die de metrowerkzaamheden voorbereidt, op zoek gaat naar buurtbewoners om mee te overleggen, is het Sanerings- en Begeleidingskomité de enige groep die zich laat paaien. De twee andere actieve buurtgroepen, de Sectie en de Aktiegroep, blijven fel gekant tegen de metro en saneringsplannen.
   Een andere groep die het platwalsen van de buurt eveneens met lede ogen aanziet, had in het najaar van 1971 al het eerste succesje binnengehaald. Na jarenlang getouwtrek om de monumenten in de oostelijke binnenstad door onder andere de stichting Diogenes is de sloop van het De Pinto-huis in de Sint Antoniesbreestraat van de baan. Met het behoud van dit uit 1602 daterende huis, dat eigendom was van de Portugese jood Isaac de Pinto, ontstaan voor de buurt nieuwe mogelijkheden. Het huis staat namelijk net op de plek waar de vierbaansweg vanuit de Wibaut- en Weesperstraat de buurt in zou komen. De gemeente past de plannen aan en komt met het voorstel om dan maar twee tweebaanswegen aan te leggen. Via het Singel zal zo een binnenring ontstaan die aansluit op de geplande snelweg door de Haarlemmerhouttuinen, waar de huizen inmiddels al tegen de vlakte zijn gegaan. Enkele krakers van de Aktiegroep, onder wie Auke Bijlsma, schrijven uitvoerige bezwaarschriften tegen de geplande verkeersdoorbraak. Begin '72 verwijst de gemeenteraad met één stem verschil de plannen naar de prullenbak. De krakers krijgen na dit succes de smaak te pakken en werken in de loop van het jaar een gedetailleerd alternatief plan uit voor het laatste stuk metrotracé tussen het Waterlooplein en het Centraal Station. Door de metro via de grachten te laten lopen kan de bestaande bebouwing zoveel mogelijk worden ontzien. Maar ondanks intensief gelobby vanuit de buurt wordt het voorstel door de gemeente afgewezen. Datzelfde geldt voor een later ontwikkeld plan om vanaf het Waterlooplein een vrije trambaan door de Nieuwmarktbuurt aan te leggen.
   Meer succes wordt behaald waar het de wederopbouw van de buurt betreft. In een gezamenlijk offensief met de Sectie weet de Aktiegroep de gemeenteraad af te brengen van de plannen om de buurt na de metrobouw vol te plempen met grote kantoren, bankgebouwen en hotels. In juni 1973 besluit de gemeenteraad tot herstel van de woonfunctie van de Nieuwmarktbuurt wanneer de metro eenmaal is aangelegd.
   Een sleutelrol bij alle stemmingen in de gemeenteraad over de metro en de Nieuwmarktbuurt is weggelegd voor de pvda-fractie. Het lukt de verantwoordelijke wethouder Lammers, zelf van pvda-huize, maar niet om de intern verdeelde fractie op één lijn te krijgen. En zolang dat het geval is, zijn alle pogingen de gemeenteraad te overtuigen geenszins kansloos.
   Nu is het niet zo dat de krakers vanuit hun bolwerken alleen maar met raadsadressen, alternatieve plannen en rapporten, bezwaarschriften en lobbywerk bezig zijn om de gemeenteraad op andere gedachten te brengen. Op de achtergrond lonkt voortdurend de directe actie. Als in oktober 1972 onverwacht een stel panden wordt ontruimd dat moet wijken voor de metrobouw, bestormen krakers van de Aktiegroep het in de buurt gelegen informatiecentrum van de gemeente, waar de plannen voor de metroaanleg en de sanering aan de man gebracht worden - het onderkomen van Bureau Bestuurscontacten. Van de inventaris blijft weinig heel. Er ontstaat een flinke vechtpartij met de politie waarbij zes arrestaties worden verricht. Een andere ongebruikelijke manoeuvre om de besluitvorming te beïnvloeden vindt eind maart 1973 plaats als de gemeente voor de zoveelste keer de sloopwerkzaamheden wil hervatten. Op de confrontatie tussen de krakers en slopers volgt een bezetting van de raadszaal en wordt de toegang tot het stadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal geblokkeerd.
   In een oproep om geld te storten in een 'Blijffonds' heet het dat 'de Aktiegroep het herbouwen en op een menselijke schaal inrichten van de buurt als haar voornaamste verdediging beschouwt'. Het ideaal is een soort vrijstaat waarin de bewoners hun eigen leven kunnen organiseren, zonder hulp van buitenaf.5 De organisatie van de buurt wordt hiertoe stevig ter hand genomen, vooral vanaf begin 1974, wanneer de laatste huizenblokken boven het geplande metrotracé door de oorspronkelijke bewoners ontruimd worden. Daardoor komen tientallen potentiële kraakwoningen beschikbaar. Drie verschillende groepen houden zich met de vraag bezig wie er wel of niet een woning kan kraken en hoe het beheer van de woningen geregeld moet worden: de nieuwe bewoners, onderverdeeld in de 'oud-krakers' uit het begin van de jaren zeventig en de zojuist gearriveerde 'nieuw-krakers', en de zogenaamde oud-bewoners. De krakers zijn verdeeld over verschillende huizenblokken. Op de wekelijkse blokvergaderingen kunnen kraakkandidaten zich aanmelden. In het blok van de nieuw-krakers aan de Lastageweg en de Recht Boomssloot wordt de kandidaten gevraagd in de periode tot aan de volgende blokvergadering met zowel oude als nieuwe bewoners in het blok te gaan praten. Als niemand steekhoudende bezwaren tegen de kandidaat weet in te brengen, wordt de kraak 'goedgekeurd'.
   De oud-bewoners wijzen de woningen toe op persoonlijke titel. Maar door de nieuwe aanwas van kraakwoningen ontstaan er al snel conflicten en onduidelijkheden over de wijze waarop bepaald wordt wie, wanneer en waar mag kraken. De oud-bewoners vrezen als vanouds de leefgewoonten van de nieuwkomers. In de regel gaan die rigoureus te werk om de oude arbeiderswoningen aan te passen aan hun eigen smaak. Zo worden bijvoorbeeld de zolders ten koste van de opslagmogelijkheden geschikt gemaakt voor bewoning. Bovendien, zo klagen de oud-bewoners, hebben de nieuwkomers geen vitrage voor de ramen en houden ze de trap niet schoon. In april 1974 wordt op een vergadering van Nieuwmarktbewoners een distributiegroep in het leven geroepen om aan alle bezwaren tegemoet te komen. De groep is als volgt samengesteld: twee oud-bewoners uit het buurtgedeelte waar gekraakt wordt, een oud-bewoner uit het overige gebied, een oud-kraker, een nieuw-kraker en een vertegenwoordiger van het maatschappelijk werk van het buurtcentrum. Potentiële krakers kunnen zich iedere dinsdagavond, een dag voor de wekelijkse buurtvergadering, inschrijven bij het buurtcentrum. Ze krijgen bij die gelegenheid een aantal vragen voorgelegd waaruit vooral moet blijken of de buurt iets aan ze heeft. Zo pleit het voor de kandidaten als ze willen meebetalen aan het herstelfonds, of mee willen doen met de blokvergaderingen en zich bij eventuele moeilijkheden willen inzetten. Verder helpt het als ze aangeven de te zijner tijd door de gemeente aangeboden vervangende woonruimte te weigeren. Dit dient om te voorkomen dat de krakers onderling tegen elkaar worden uitgespeeld. Ten slotte moeten ze ermee instemmen dat toewijzing van de woningen een gemeenschappelijke zaak is en dienen ze elke bewonerswijziging aan de distributiegroep te melden, ook als ze tijdens een vakantie vrienden of kennissen op de woning laten. Met deze strenge ballotage, die door de hele bewonersvergadering ondersteund wordt, wordt meteen het probleem van de kampeerkrakers aangepakt. Er verschijnen dreigende pamfletten in de buurt: 'De omstandigheden staan het niet toe dat hier lukraak gekraakt wordt. Probeer je niet aan de onderlinge afspraken te onttrekken. Gebeurt dit toch, dan zijn we genoodzaakt hier tegen op te treden. Wees gewaarschuwd!' Alle kampeerkrakers, onder wie ook dealers en junkies, worden zonder pardon op straat gegooid.
   Om er helemaal zeker van te zijn dat zich geen ongewenste krakers meer in de buurt vestigen, worden de nog overeind staande lege krotten door de Aktiegroep zelf dichtgemetseld. Af en toe kruipt het bloed waar het niet gaan kan en onttrekken krakers zich aan de toewijzingsverordening van de distributiegroep. Maar dat levert geen problemen op, want in de regel blijken deze krakers uit het voor de buurt goede hout gesneden te zijn. Op enkele uitzonderingen na behoudt de distributiegroep een stevige greep op de kraakwoningtoewijzing.
   In de loop van 1974 worden alle beschikbare woningen boven het metrotracé gekraakt. Eind november zijn er volgens de statistieken van de distributiegroep 260 krakers in de Nieuwmarktbuurt. Vanwege de toename van het aantal krakers wordt in mei '74 weer een buurtkrant opgezet: elke twee weken komt er een Nieuwmarkt Nieuwskrant uit; voor de buurt verschijnen er regelmatig paal en muurkranten. Ook wordt er een nieuwe ontmoetingsruimte gekraakt, café Het Hoekje Om. En voor een optimale communicatie in geval van nood wordt een intern telefoonnetwerk tussen de verschillende kraakpanden opgezet.

In de voetsporen van Den Uyl haalt de pvda met Han Lammers als lijsttrekker bij de gemeenteraadsverkiezingen in mei 1974 een klinkende overwinning. Voor de krakers wordt duidelijk dat de definitieve ontruiming van de woningen boven het metrotracé steeds dichterbij komt. In november 1974 gaat de kogel door de kerk: de gemeenteraad besluit om de metro via het geplande traject naar het Centraal Station af te bouwen. Daar is wel een extra stemming voor nodig, want in eerste instantie staken de stemmen. De toon van de Aktiegroep Nieuwmarkt verhardt. Alle alternatieve plannen worden overboord gezet en men stevent af op een frontale botsing met de gemeentepolitiek. Niet alleen het laatste traject onder de Nieuwmarktbuurt, maar het hele idee van de metro moet het ontgelden. De Aktiegroep benadrukt dat de metroaanleg deel uitmaakt van een politiek die is gericht op ontvolking van de binnenstad met de bedoeling die om te vormen tot een complex van kantoren, winkelcentra en uitgaansgelegenheden. Ze baseert zich met deze kritiek op de in praktijk gebrachte 'overlooppolitiek', waarbij in de jaren zeventig honderdduizenden Amsterdammers zouden worden verdreven naar slaapsteden als de Bijlmer, Purmerend, Lelystad en Almere.6 Tevens wijst ze op de gestage opmars van Engelse beleggingsmaatschappijen die zich in de Nieuwmarkt en overal elders waar in Amsterdam metrolijnen gepland zijn, op grote schaal onroerend goed toe-eigenen.7 Alleen al in de Nieuwmarktbuurt zijn door Engelse beleggers vijf nieuwe, grote hotels gepland en de Jodenbreestraat is voorbestemd voor een aantal kantoorkolossen. Uit een onderzoek van de Aktiegroep blijkt dat er in de Nieuwmarktbuurt lustig op los gespeculeerd wordt. De gemiddelde prijsstijging per pand is in de eerste helft van de jaren zeventig gemiddeld 60% per jaar.

h3 Nee (51K)

Vanaf het moment dat de gemeente definitief besluit om de metro dwars door de Nieuwmarktbuurt af te bouwen, nemen de fysieke confrontaties tussen de krakers en de overheid hand over hand toe. Begin december 1974 wordt aangekondigd dat begonnen zal worden met de voorbereidende werkzaamheden, zoals het verleggen van wegen, leidingen en kabels en het kappen van bomen. Op 9 december is het weer raak bij het Centraal Station. De actievoerders van de Aktiegroep Nieuwmarkt proberen het kappen van bomen te verhinderen door zich erin te verschansen. Er breken in de loop van de dag vechtpartijen uit met de politie en er worden vier actievoerders gearresteerd.
   Op 12 december volgt een felle botsing met de politie in de Dijkstraat. Slopers zijn nog maar nauwelijks met hun werkzaamheden aan het pand begonnen als ze door de snel gealarmeerde krakers worden verdreven. Die verschansen zich op het dak en bekogelen de politie van bovenaf met dakpannen en stenen. De politie komt nog wel het pand in maar slaagt er niet in de krakers van het dak te krijgen en moet de aftocht blazen. Deze overwinning wordt als een mijlpaal gevierd. Om het moreel van de troepen hoog te houden worden eigen filmopnames van het verzet in de maanden voorafgaande aan de ontruimingen meer dan eens vertoond.

h3 Agenten (131K)

   Op 20 januari 1975 vormen zeventig krakers en sympathisanten van de Aktiegroep een menselijke stormram en beuken in op politieagenten die als bewakers optreden bij het kappen van de volgende serie bomen op de Binnenkant. Er vallen vier gewonden. Het is tevens de tijd dat allerlei sabotageactiviteiten op gang beginnen te komen om de voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van de metro te belemmeren. Zo verdwijnt onder meer een reeks stroomgeneratoren in het grachtwater.
   Zijn de onderlinge verhoudingen tussen de krakers en de gemeente door al deze schermutselingen al flink verziekt, de genadeklap volgt als het gemeentebestuur moet constateren dat de subsidie die bedoeld was om de relatie met de Aktiegroep enigszins op peil te houden, niet gebruikt wordt om de zijgevel van een van de kraakpanden te verfraaien met een kleurrijke muurschildering, maar met de beroemde dichtregels van Van Randwijk: 'Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen. Dan dooft het licht.'

h3 een volk (50K)

   Samkalden en Lammers reageren furieus op deze vergelijking met de Duitse bezetter. Ze grijpen de kans om hun vete met de Aktiegroep uit te spelen wanneer op 13 februari 1975 in de Bijlmer een bomaanslag op een metrostation in aanbouw wordt verijdeld. Er worden drie verdachten aangehouden die lid blijken te zijn van ultrarechtse groeperingen. Uit politieonderzoek blijkt dat de verdachten handelden op initiatief van de extreem-rechtse activist Max Lewin 8. Desondanks stellen burgemeester en wethouders in een verklaring de Aktiegroep Nieuwmarkt verantwoordelijk voor 'het ontstaan van een politiek klimaat waarin extremistische uitwassen kunnen gedijen'. Er volgt echter een pijnlijke terechtwijzing wanneer na een kort geding, aangespannen door het Wijkcentrum d'Oude Stadt, het gemeentebestuur op 6 maart gedwongen wordt deze verklaring in te slikken. In een BVD-vervolgonderzoek naar de betrokkenheid van Max Lewin bij de mislukte bomaanslag komt vast te staan dat deze betrokken is bij spionageactiviteiten en regelmatig bezoeken aflegt aan de DDR.9
   De tendentieuze verklaring van B&W is het startsein voor een tumultueuze periode, waarin de bestuurschaos in Amsterdam met de dag toeneemt. Opnieuw komt de afbouw van de metro door de Nieuwmarktbuurt ter discussie te staan. Nadat Roel van Duijn, inmiddels wethouder namens de PPR, zich eerder al van de verklaring van het college gedistantieerd heeft, maakt nu wethouder Riethof (PSP) opnieuw een radicale ommezwaai. Hij blijkt ineens wel vóór opschorting van de sloopwerkzaamheden te zijn en ziet zich gedwongen af te treden.10 Het gewest van de PvdA pleit in een motie voor opschorting van de bouw van het geplande metronetwerk. Opnieuw volgt een raadsdebat over de kwestie. Uitkomst van dit laatste debat op 19 maart is dat de metro van de Bijlmer naar het Centraal Station zal worden afgemaakt, maar dat de aanleg van de andere geplande lijnen voorlopig wordt uitgesteld. Bijna twintig jaar lang durft vervolgens niemand in de gemeenteraad nog de metroaanleg ter sprake te brengen. Na zeven jaar actievoeren is het geplande metronetwerk van de baan. Vele buurten in Amsterdam is een lijdensweg bespaard gebleven. Maar het is op dat moment een schrale troost voor de krakers. De ontruimingsdata worden definitief vastgesteld; de panden boven het metrotracé zullen in drie etappes worden ontruimd en gesloopt.

Al maanden van tevoren is aangekondigd dat de panden niet zonder slag of stoot zullen worden opgegeven. De Aktiegroep neemt de organisatie rond de verdediging stevig ter hand. Tussen de gekraakte panden aan de Recht Boomssloot wordt door de Stadstimmertuinen een luchtbrug aangelegd die als verdedigingswerk en vluchtroute fungeert. De bedoeling is dat je vanaf de brug de politie kunt bekogelen zonder zelf geraakt te worden. Het is een lastige constructie, maar enige hulp van de architecten die inmiddels in samenspraak met de buurt al bezig zijn met plannen voor de wederopbouw, biedt uitkomst. Theo Bosch en Aldo van Eyck stellen zelfs wat geld beschikbaar om kabels en touwen te kopen.11 De panden zelf worden wekenlang vakkundig gebarricadeerd. Om iedereen op de hoogte te houden over de aanstaande ontruimingen verschijnt dagelijks het Nieuwmarkt Dagblad.12

h3 luchtbrug (48K)
Januari 1975, aanleg van de luchtbrug over de Recht Boomssloot.

In de vroege morgen van 24 maart 1975 staat achthonderd man politie klaar om de eerste panden te ontruimen. Die worden ondanks de barricades en de luchtbrug vrij snel ingenomen. Buiten wordt echter flink gedemonstreerd en ontstaan felle confrontaties met de politie. 's Middags wordt er een grote betoging georganiseerd waaraan een paar duizend mensen deelnemen. Ook die loopt volledig uit de hand.
   Te midden van alle commotie rukt Bok nr. 3 uit. Het is een met een zware motor uitgeruste, vierwielaangedreven pick-uptruck die is omgebouwd tot een kleurrijke pantserwagen compleet met kanon. De wagen spuit al rijdend wolken speksteenpoeder in het rond. Na een ritje door de buurt wordt hij voor iedereen tentoongesteld. 'Een operettevertoning tussen alle ernst', aldus een toelichting van de Aktiegroep. De politie kan het minder waarderen. Een kraker die voor het raam staat te kijken naar het oproer, krijgt tot zijn verbazing door een ME'er een steen tegen zijn hoofd gegooid. Terwijl hij nog nauwelijks bekomen is van de schrik, trappen de ME'ers de voordeur open, stormen naar boven en schoppen en slaan hem bont en blauw. Op de beschuldiging dat hij de chauffeur van de 'tank' is, krijgt hij poging tot doodslag aangesmeerd en wordt afgevoerd naar het politiebureau en vandaar naar het huis van bewaring. Een paar weken later hoort hij drie maanden gevangenisstraf tegen zich eisen, waarvan een maand voorwaardelijk. De aanklacht dat hij de chauffeur zou zijn geweest, heeft men allang laten vallen. Hij wordt veroordeeld wegens het gooien van stenen. Van de vijfenvijftig arrestanten die dag zullen er uiteindelijk negen in de gevangenis belanden. In de weken na de ontruiming worden door de 'juridische groep' van de Aktiegroep honderden klachten tegen het brute optreden van de politie verzameld.
   Onder het mom dat door de berichtgeving in de media de openbare orde gevaar loopt, neemt de gemeente in de aanloop naar de tweede serie ontruimingen de gelegenheid te baat het verzet in de Nieuwmarktbuurt te marginaliseren en de pers de mond te snoeren. 'Niemand is erbij gebaat als een klein groepje aktievoerders opnieuw de kans krijgt om grote ongeregeldheden te veroorzaken. Wij doen een beroep op uw verantwoordelijkheidsgevoel en democratische gezindheid om met de grootst mogelijke objectiviteit en terughoudendheid bericht te doen van de gebeurtenissen, die mogelijk zullen plaatsvinden op 8 april a.s.,' aldus het hoofd voorlichting van de gemeente in een vertrouwelijke brief gericht aan de complete vaderlandse pers. Ook deze keer treedt de politie keihard op tegen krakers en demonstranten en ontstaat de nodige onrust in Amsterdam. Op 6 juni worden de laatste panden boven het metrotracé ontruimd en gesloopt, nu echter zonder al te veel ophef.

h3 rellen (48K)
24 maart 1975, demonstranten trotseren het waterkanon tijdens de ontruimingen ten behoeve van de metroaanleg.

Hoewel de ontruimingsgolven en de hiermee gepaard gaande ongeregeldheden lijken te duiden op een klassiek kraakconflict, was het verzet in de Nieuwmarktbuurt van het begin af aan vooral een strijd tegen 'cityvorming'. Het kraken van panden vormde een onderdeel van de strijd om het behoud van de Nieuwmarktbuurt. De ontruimingen waren de apotheose van een langdurig conflict waarin uiteenlopende visies over de stedenbouwkundige ontwikkeling van Amsterdam met elkaar streden om de hegemonie.
   Ofschoon de krakers uiteindelijk het onderspit delven, wordt toch een aantal belangrijke resultaten geboekt: de snelweg dwars door de buurt is tegengehouden, het uitgebreide metronet is van de baan en met de herbouw van de buurt zal zoveel mogelijk tegemoetgekomen worden aan de wensen van de bewoners. Wat dit laatste betreft worden ook door onder andere de actiegroepen in de Jordaan, de Westelijke Eilanden en door De Sterke Arm in de Dapperbuurt soortgelijke concessies afgedwongen. Dit zogenaamde 'bouwen voor de buurt' vormt de belangrijkste erfenis van de buurtactiegroepen. Vanaf het midden van de jaren zeventig is dit het adagium dat tot diep in de jaren tachtig het gemeentelijk stadsvernieuwingsbeleid zal sturen.

h3 groeten (56K)

De betekenis van de buurtstrijd in de Nieuwmarktbuurt voor de ontwikkeling van de kraakbeweging valt niet te onderschatten. Aan het kraken als protestactie, waarmee in de jaren zestig en begin jaren zeventig successen worden geboekt, wordt een nieuwe dimensie toegevoegd: de ontdekking dat het kraken zich kan ontwikkelen tot een reëel alternatief voor de bestaande orde en een permanente aanklacht tegen maatschappelijke misstanden. In de Nieuwmarktbuurt wordt een rijke ervaring opgedaan met de organisatie van krakers en de opbouw van een eigen infrastructuur. Toch zal de aanzet voor het ontstaan van een zelfstandige, stedelijk opererende kraakbeweging niet alleen voortkomen uit de kraakacties in de Nieuwmarktbuurt. Daarvoor is de Aktiegroep Nieuwmarkt te nauw met de eigen buurtstrijd verbonden. De definitieve doorbraak van de kraakbeweging zal pas tot stand komen na een alliantie met enkele groepen die zich meer in het algemeen met kraken en woningnood bezighouden en juist het protestkarakter van het kraken benadrukken.
   De meest in het oog lopende van deze groepen is de Amsterdamse Aktie Partij (AAP). Eind 1973 is van de kabouterbeweging weinig meer over dan een aantal grillig opererende gemeenteraadsleden. Melvin Visser behoort tot deze laatste lichting kabouters. Van hem komt het idee om met een nieuwe partij deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen in mei 1974. De aap zal een platform moeten vormen, van waaruit de Amsterdamse actiegroepen na Provo en Kabouter opnieuw een voet aan de grond krijgen in de gemeenteraad.
   Allerlei Surinaamse welzijnsinstellingen vinden bij de AAP een politiek onderkomen. Met de onafhankelijkheid van Suriname in het verschiet beleeft Amsterdam een ware invasie van rijksgenoten die, in ieder geval politiek gezien, dakloos in Amsterdam arriveren. Een andere groepering die vanaf het begin de AAP ondersteunt is de Bond van Huurders en Woningzoekenden in de Pijp (BHP). De BHP vindt zijn oorsprong in het buurtwerk van de Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland (KEN), welke begin jaren zeventig opkomt en weer ondergaat.13 Naast Melvin Visser als lijsttrekker komen er behalve vertegenwoordigers van Surinaamse welzijnsinstellingen en de BHP ook enkele onafhankelijke kandidaten op de lijst van de AAP te staan. Onder hen twee activisten die in 1972 al samen betrokken waren bij de herkraak van de panden van Tabak op de Nieuwezijds Voorburgwal: Henk van der Kleij en Theo van der Giessen.
   Het is al met al een nogal teleurstellende lijst. De AAP had graag samengewerkt met de eenentwintig (buurt)actiegroepen die zich medio februari 1974 hebben verenigd in 'Amsterdam Autovrij'. Maar ze is hierbij op dezelfde weerstanden gestuit die Woningburo de Kraker en later de Aktiegroep Nieuwmarkt en de andere buurtgroepen rond Aktie Pandverbeuren ervan hebben weerhouden zich met de kabouters te associëren. Het antiparlementarisme en de onafhankelijkheid zijn nu eenmaal diepgewortelde waarden in de Amsterdamse actiecultuur. Mede gezien het mistroostige einde van de kabouterbeweging is het vanaf het begin eigenlijk al duidelijk dat de AAP geen lang leven beschoren is en dat zij zeker niet in de nieuwe gemeenteraad terecht zal komen. Dat mag de pret echter niet drukken. Tijdens de campagne voor de verkiezingen wordt lustig actie gevoerd. En net als in de aanloop naar de vorige verkiezingen zijn het vooral kraakacties waarmee gepoogd wordt de aandacht te trekken. Vrij Nederland omschrijft de AAP als 'de radicale, onromantische, vechtlustige nageboorte van Provo en Kabouter'.14

h3 AAP (63K)

Mikpunten in de kraakcampagne zijn enerzijds de Britse beleggers, die in Amsterdam op grote schaal onroerend goed opkopen en anderzijds wethouder Han Lammers, die verantwoordelijk wordt gehouden voor deze speculatiegolf.15 Het uitgangspunt van de AAP laat aan duidelijkheid niets te wensen over: 'Wij zullen een keiharde politiek bedrijven; eerst de man, dan de bal'.16 Op 26 april 1974 wordt door de AAP een pand van Britse beleggers op de hoek van de Vijzelstraat en de Keizersgracht gekraakt. Vervolgens organiseert de aap, geheel in de traditie van Aktie'70, op 5 mei een kraakdag onder het motto 'bevrijding van de woningnood'. In de Concertgebouwbuurt kraakt de AAP die dag weer een pand van een Engelse beleggingsmaatschappij, dat eind februari ook al was gekraakt. De toen in het pand verblijvende krakers werden op hardhandige wijze door zich als slopers aandienende figuren verwijderd. Hierna werd het interieur vakkundig onbruikbaar gemaakt. De Engelse speculanten hechten nogal aan hun onroerend goed in Amsterdam-Zuid, omdat er in 1974 behalve voor de Oostlijn nog concrete plannen bestaan voor een Zuidlijn. Net als in de Nieuwmarkt zitten de beleggers op het vinkentouw om te profiteren van de mogelijkheden die zich rond de metroaanleg aandienen.
   Tijdens de verkiezingscampagne krijgt ook de AAP het aan de stok met de cpn. Net als in 1970 tussen de cpn en de kabouters ontstaat er een ware 'plakoorlog'. Als de verkiezingsaffiches van de AAP systematisch overgeplakt worden, gaat men over tot de tegenaanval. Gewapend met een nijptang worden tijdens een rondgang op de brommer de cpn-propagandaborden op de bruggen losgeknipt en in het water gekieperd. 'Voor dit rechtse gewroet heeft de progressieve bevolking van Amsterdam slechts één antwoord: bescherm de bruggeborden!', aldus een verontwaardigde reactie in De Waarheid van 20 mei 1974. Meteen komt er een actie op gang: diverse cpn-afdelingen brengen binnen een dag het geld bijeen voor de aanschaf van 149 bruggenborden.
   Zoals te verwachten viel lopen de verkiezingen van 29 mei voor de AAP uit op een fiasco. De partij haalt nog geen tweeduizend stemmen, bijna zesduizend te weinig voor een zetel. Wat overblijft is een klein groepje dat zich met kraken bezighoudt. De naam wordt veranderd in 'Werkgroep Huisvesting van de AAP'. Kern van deze groep vormen Cok Oostveen van de BHP, en Henk van der Kleij en Theo van der Giessen. Als uitvalsbasis dient een woning van een sympathisant in de Staatsliedenbuurt. Het doel van de groep is de kraakactiviteiten verder over de stad uit te bouwen. In een pamflet getiteld 'Lege panden, Schandalig!' wordt een beroep gedaan op alle Amsterdammers om leegstaande panden aan te melden. Tevens kunnen mensen die actief willen deelnemen aan het kraken of daarbij begeleiding nodig hebben, bij de Werkgroep terecht. In september 1974 geeft die een informatiebrochure uit: Hulp bij het kraken. Zonder een ideologische verantwoording wordt de potentiële kraker in een kleine tien bladzijden wegwijs gemaakt in de praktijk van het kraken. Wat nog ontbreekt is een contactadres; de drie genoemde leden van de Werkgroep zijn alleen telefonisch te bereiken op hun privé-adres.
   In samenwerking met de Kraakpandendienst verzamelt de Werkgroep vanaf de zomer van 1974 allerlei klachten van Amsterdammers die betrekking hebben op de woonproblematiek. Bovendien worden lijsten aangelegd van leegstaande woningen. De Kraakpandendienst biedt de nodige faciliteiten en men mag gebruikmaken van het kantoor. Als de klachten daar aanleiding toe geven, wordt door de Werkgroep contact opgenomen met de Gemeentelijke Dienst Herhuisvesting.
   De hele aanpak van de Werkgroep Huisvesting van de AAP staat veel dichter bij de kraakacties van Aktie'70 en de alternatieve hulpverlening dan bij het verzet in een van de Amsterdamse saneringsbuurten. Dat wil echter niet zeggen dat de Werkgroep de strijd zoals die bijvoorbeeld in de Nieuwmarktbuurt gevoerd wordt, links laat liggen. Integendeel, het verzet aldaar vormt voor de leden van de AAP een uitgelezen gelegenheid om hun actiebereidheid in praktijk te brengen. Omdat ze op zichzelf staan en niets te maken hebben met een achterban in de buurt, kunnen ze op radicalere en meer compromisloze wijze opereren dan Aktiegroep Nieuwmarkt zelf.
   Op 5 september 1974 organiseert de AAP een demonstratie waarin Amsterdammers zich solidair kunnen tonen met de strijd tegen de metro van de Aktiegroep Nieuwmarkt. Wat de bij het Lieverdje verzamelde demonstranten niet weten is dat de AAP een actie heeft voorbereid bij de woning van Han Lammers. Kort na het begin wijkt de demonstratie af van de geplande route en trekt naar de Leidsegracht. Als men bij het huis van Lammers arriveert, komt er een vooraf vervaardigd houten schot te voorschijn en worden er pamfletten uitgedeeld waarin Han Lammers wordt uitgemaakt voor 'een gemeentelijke Führer, die de Nieuwmarkt offert aan oppergod Kapitaal'. Met grote draadnagels wordt het houten schot op de deurposten van Lammers' huis vastgespijkerd. 'Sloop je eigen huis' is de boodschap. Boven de deur wordt een bord met het opschrift 'MetroZuidwestlijn' aangebracht. Voor de deur beginnen enkele actievoerders met de metrowerkzaamheden door de straat open te breken. Op dat moment grijpt de politie in en verdrijft de demonstranten. Het gros van hen slaat aan de overkant van de gracht het hele gebeuren enigszins verbouwereerd gade. (Er was er in ieder geval één die geamuseerd toekeek, dat was de buurman van Han Lammers, de toenmalige vvd-leider Hans Wiegel; hem zou later het lachen wel vergaan.)

h3 lammers (45K)
Mei 1974, Han Lammers en de AAP op verkiezingscampagne in de Pijp.

De volgende dag schrijft de Volkskrant in een verslag van de actie dat het Wijkcentrum d'Oude Stadt en de Aktiegroep Nieuwmarkt zich ervan hebben gedistantieerd. Geschrokken van dit bericht reageert de Aktiegroep Nieuwmarkt onmiddellijk met een officiële verklaring: 'De demonstratie was onder andere uit solidariteit met ons en dus zijn wij solidair met hun aktie.' De verwarring is wel enigszins te verklaren. De mensen die afkwamen op de oproep voor de demonstratie worden geconfronteerd met een actie waar ze vooraf niet bij betrokken zijn geweest, maar waarvan ze op het hoogtepunt wel degelijk deel uitmaken. Gezien de berichten die de volgende dag in de krant verschijnen, is het waarschijnlijk dat bij sommige deelnemers aan de demonstratie de wrevel over de 'overval' het won van de solidariteit met de actie.
   Het grote metrodebat in de gemeenteraad op 18 november 1974 is een andere gelegenheid waarbij een verschil in tactiek blijkt te bestaan tussen de AAP en de Aktiegroep Nieuwmarkt. Samen met het Wijkcentrum d'Oude Stadt tijgt de Aktiegroep naar de gemeenteraadsvergadering met twaalfhonderdvijftig handtekeningen en een open brief, waarin geëist wordt dat dadelijk betaalbare woningen in de Nieuwmarktbuurt gebouwd worden en de metroaanleg bij het Waterlooplein wordt stopgezet. In de dagen voorafgaand aan het metrodebat heeft een groep die zich 'De Zwarte Tulp' noemt en nauwe contacten onderhoudt met de AAP, een 'oproep tot georganiseerd verzet' verspreid: 'In een bedreigd Amsterdam zijn deze machthebbers (het gemeentebestuur e.d.) uw vijanden. U heeft dus het recht u te verdedigen, groepsgewijs of individueel. Om deze machthebbers door middel van tegenwerking, ondermijnende activiteiten of directe sabotage te vernietigen. Komt allen naar het stadhuis.' Deze oproep is voor Samkalden aanleiding op de avond van het debat een grote politiemacht in te zetten. 17 Er ontstaat een grimmige sfeer. Binnen worden enkele actievoerders van de publieke tribune verwijderd, buiten wordt hardhandig opgetreden tegen de toegestroomde demonstranten.18
   De strijdopvattingen van de AAP en de Aktiegroep Nieuwmarkt lopen eveneens uiteen tijdens de voorbereidingen op de eerste ontruimingen van de panden aan de Recht Boomssloot. Dit blok (pak)huizen is voor de gelegenheid omgedoopt tot 'Het Bastion'. De verdedigers worden in groepen opgedeeld; iedere groep neemt een deel van de barricaderingswerkzaamheden voor haar rekening. Theo van der Giessen en Henk van der Kleij van de AAP adopteren het voormalige pakhuis op de rechterflank, waar 'de luchtbrug' naar de overkant aangelegd is. Ook aan de zijkant van dit pand was een 'gesubsidieerde' muurschildering aangebracht:

De aller slechtsten zijn de links vermomde rechtsen,
die met valse tong en eindeloos zwammen
nog steeds de strijd voor recht, vrede en vrijheid proberen in te dammen.
Voorwaar zij zijn erger dan de rest,
mijd ze daarom als de pest.
Beide leden van de AAP hebben deze regels goed onthouden. Enkele jaren later zal de tekst weer opduiken aan de gevel van het krakersbolwerk de Groote Keijser.
   De AAP neemt het barricaderen zeer serieus. Wekenlang wordt er gebouwd aan een afweersysteem dat de politie buiten de deur moet houden. Ook op het dak wordt van alles aangesleept dat in de strijd gegooid kan worden, tot aan gasflessen toe. Dat is echter niet de bedoeling; afgesproken was dat het geweld niet van de kant van de krakers zou komen. Meerdere keren moet de AAP door de krakers van de Aktiegroep Nieuwmarkt tot de orde worden geroepen.
   Al het werk ten spijt heeft de me geen noemenswaardige problemen om Het Bastion in te nemen. De vluchtroute over de luchtbrug wordt onbruikbaar wanneer deze door een waterkanon wordt bestookt. De nog in Het Bastion aanwezig krakers worden allen gearresteerd.

De AAP is bepaald niet de enige actiegroep die haar solidariteit met de strijd in de Nieuwmarktbuurt laat blijken. Op initiatief van de Aktiegroep Nieuwmarkt komt, voor het eerst sinds de Gezamenlijke Aktiegroepen tegen het Woningwanbeleid in 1972, in oktober 1974 weer een groot aantal (buurt)actiegroepen bijeen.19 Directe aanleiding is niet alleen de oplopende spanning in de Nieuwmarktbuurt, maar ook de dreigende ontruiming van de meer dan honderd flats in de Bijlmer die Surinaamse krakers sinds vijf maanden bezet houden.20 Traditiegetrouw gaat het er niet om een 'overkoepelend orgaan' in het leven te roepen; de nadruk ligt op het gemeenschappelijk verzet tegen het gemeentebeleid en het ontwikkelen van een 'goed lopend onderling kommunikatiesiesteem'. Uit dit Gezamenlijk Aktiegroepenoverleg wordt in januari 1975 een aparte 'Werkgroep Leegstand' gevormd die zich erop toe moet leggen kraakacties vanuit de verschillende buurten te coördineren. Tussen de strijd voor het behoud van de Nieuwmarktbuurt door wordt er namelijk vanuit uiteenlopende hoeken weer een aantal kraakacties aangekondigd. Zo is begin januari het Komitee van Woningzoekenden ontstaan. Dit Komitee is in het leven geroepen door aan de Socialistische Partij gelieerde groepen uit de Kinker , de Oosterpark en de Transvaalbuurt. Op het Gezamenlijk Aktiegroepenoverleg kondigt Derk Sauer namens het Komitee aan een grote stedelijke kraakactie te zullen organiseren. Ook de AAP is weer actief op het kraakfront. Op 12 januari kraakt ze een pand op de Brouwersgracht. Een paar dagen later moet de AAP echter door krakers van de Aktiegroep Nieuwmarkt ontzet worden wanneer er een knokploeg van de eigenaar verschijnt. De kraakactie blijkt slecht voorbereid. De eigenaar kan aantonen dat hij in het leegstaande pand reeds met de renovatie is begonnen. Behalve het initiatief van het Komitee van Woningzoekenden is deze mislukte en slecht gecoördineerde kraakactie een van de redenen voor de pas gevormde werkgroep om een regelmatig overleg te organiseren. Aan de eerste bijeenkomst op 22 januari nemen de volgende groepen deel: de Aktiegroep Nieuwmarkt, De Sterke Arm, de AAP (werkgroep huisvesting), de aan de SP gelieerde buurtgroepen van het Komitee van Woningzoekenden, het Buurtkomitee Hemelrijk (rond de slooppanden van het dagblad Het Vrije Volk aan het Hekelveld) en het jac, alwaar ook vergaderd wordt. Doelstelling van de Werkgroep Leegstand is 'om kraakacties in heel Amsterdam te stimuleren' en 'de kraker uit zijn isolement te halen'; dit alles natuurlijk wel in overleg en samenwerking met de actiegroepen in de verschillende buurten. Verder ontstaat het idee voor een apart krakersbulletin om onderling ervaringen uit te kunnen wisselen en kondigt de AAP aan zo snel mogelijk een nieuw concept van de handleiding voor krakers aan de Werkgroep voor te leggen.
   De Werkgroep Leegstand wordt enkele weken later omgevormd tot de Gezamenlijke Aktiegroepen tegen Leegstand. Ook de Kraakpandendienst en enkele in de stad verspreide kraakpanden en actiegroepen hebben zich er inmiddels bij aangesloten. De eerste gezamenlijke kraakactie vindt plaats op 17 februari, als het voormalige restaurant het Brouwerswapen op het Rembrandtplein gekraakt wordt. Dit pand, eigendom van een Britse belegger, staat leeg in afwachting van de sloop. Aan de gevel verschijnt een spandoek dat enkele jaren bij een lid van de AAP in de kast heeft gelegen en gebruikt is bij de (kabouter )herkraak van de Tabak-panden op de Nieuwezijds Voorburgwal in december 1972: 'Woningnood is crimineel, leegstand is misdadig.' De toestand van het pand is zo miserabel dat slechts enkele kamers te gebruiken zijn. Met in het achterhoofd het dreigende verlies van de gemeenschappelijke ruimtes in de Nieuwmarktbuurt is het ook de bedoeling in het pand opnieuw een 'sociaal actiecentrum' te vestigen. Begin april laat het Wijkcentrum d'Oude Stadt weten in de toekomst het Brouwerswapen als nieuw onderkomen te willen gebruiken. Het lukt echter niet genoeg mensen bij het pand te betrekken om de herstelwerkzaamheden succesvol te kunnen aanpakken.
   Tot aan de zomer van 1975 wordt door de bij het overleg betrokken groepen een aantal keren gezamenlijk actie gevoerd, waarvoor nu eens de ene dan weer de andere groep het initiatief neemt. Een van die acties was de kraak van de 'oude Melkfabriek' in de Eerste Jan Steenstraat in de Pijp. De Melkfabriek zal tot aan de sloop, zo'n twee jaar lang fungeren als een alternatief jongerencentrum. Een ander initiatief dat in het voorjaar uit het overleg van de Gezamenlijke Aktiegroepen tegen Leegstand voortkomt, is de Bakfietsencoöperatie. In verschillende buurten kunnen tegen een geringe vergoeding bakfietsen gehuurd worden, onder andere voor de bij kraakacties benodigde huisraad.

h3 krakers (52K)
21 juni 1975, kraakactie in de Driekoningenstraat op een door de alternatieve hulpverlening en de Gezamenlijke Aktiegroepen tegen Leegstand georganiseerde kraakdag.

Drie van de groepen uit het actiegroepenoverleg werken met een vast spreekuur waar potentiële krakers zich kunnen aanmelden. Het al enige tijd draaiende spreekuur van de Kraakpandendienst specialiseert zich steeds meer in het kraken voor jongeren die met de hulpverlening in aanraking komen. Her en der in de stad kraakt en begeleidt de Kraakpandendienst een aantal panden die vol zitten met wegloopjongeren, junkies, zwervers en mensen met allerlei psychische problemen. Potentiële actievoerders kunnen terecht bij de distributiegroep van de Aktiegroep Nieuwmarkt en het kraakspreekuur van de AAP.
   In de Nieuwmarktbuurt houdt de distributiegroep zich vooral bezig met de herhuisvesting van de krakers die door ontruimingen op straat zijn komen te staan. Een groot deel van deze krakers vindt onderdak in enkele grote panden in een van sloop gevrijwaard deel van de Nieuwmarktbuurt aan de Zwanenburgwal, de Groenburgwal en in de Verversstraat. Ook deze panden zijn in handen van Britse beleggers, maar zullen later aangekocht worden door de gemeente en bestemd worden voor de zittende bewoners. Naarmate de mogelijkheden om te kraken in de buurt zelf uitgeput raken, worden in steeds grotere cirkels om de buurt heen leegstaande panden gezocht en gevonden. Uiteindelijk weet de distributiegroep voor ongeveer tweederde van alle krakers vervangende woonruimte te vinden. De distributiegroep gaat tijdens deze operatie langzamerhand over in de kraakgroep van de Aktiegroep Nieuwmarkt. Na wat omzwervingen komt het spreekuur van de kraakgroep na de zomer van '75 terecht in koffiebar Roodmerk in de Bethaniënstraat. Roodmerk bestaat sinds 1970 als een ontmoetings en vergaderruimte van allerlei linkse en anarchistische groepen die in de eerste helft van de jaren zeventig van zich deden spreken. Het kraakspreekuur neemt in Roodmerk onder andere de plaats in van de Lastige Amsterdammer en de Bedrijfsgroep Amsterdam (BGA). Deze laatste groep bestond uit studenten die vonden dat ze de arbeiders bewuster konden maken door zelf in de bedrijven te gaan werken. Alleen de anarchistische Vrije Socialisten houden de krakers nog enkele jaren gezelschap.
   Nog een vast aanloopadres voor actieve krakers is te vinden in de Staatsliedenbuurt. Hier begint de Werkgroep Huisvesting van de AAP in januari 1975 een wekelijks kraakspreekuur in een netjes gehuurde ruimte in de Van Hogendorpstraat. Het is opmerkelijk dat men zich juist in deze buurt vestigt. De drie kernleden van de Werkgroep wonen namelijk zelf in andere saneringsbuurten: Cok Oostveen in de Pijp, Henk van der Kleij in de Kinkerbuurt en Theo van der Giessen in de Jordaan. De binding van de AAP met de buurt is aanvankelijk dan ook van een geheel andere orde dan die van de krakers in de Nieuwmarktbuurt. Voor de AAP vormt de Staatsliedenbuurt in eerste instantie een uitvalsbasis voor meer stedelijk gerichte kraakactiviteiten. De betrokkenheid bij het wel en wee van de buurt zal pas later ontstaan en vormt in zekere zin een afgeleide van de oorspronkelijk stedelijke intenties van de AAP. Deze ontwikkeling van stedelijke naar buurtactiviteiten is tegengesteld aan die van de Aktiegroep Nieuwmarkt, waarvoor de trek uit de buurt naar de stad voornamelijk uit nood geboren is. De oorsprong van de kraakgroep in de Staatsliedenbuurt als een actiegroep die de hele stad als haar werkterrein beschouwt, zal later het verloop van de geschiedenis van de kraakbeweging op een aantal cruciale momenten beïnvloeden.
   Dat juist de Staatsliedenbuurt wordt uitgekozen als uitvalsbasis, heeft behalve met wat persoonlijke contacten van de aap, vooral te maken met het feit dat in deze negentiende-eeuwse saneringsbuurt in de eerste helft van de jaren zeventig geen onafhankelijke buurtactiegroepen ontstaan zijn, zoals bijna overal elders. Anders dan in de overige buurten is er dan ook geen groep die een poging doet om het 'wild-kraken' van allerlei slooppanden enigzins te reguleren. Eind 1973 was de buurt opgeschrikt door een uitslaande brand in een gekraakt slooppand, waarbij een dode en twee zwaargewonden vielen. Met deze brand nog vers in het geheugen, wordt de komst van de AAP door de autochtone buurtbewoners met argusogen bekeken.
   Op het spreekuur van de AAP kan men uit de hele stad terecht voor hulp bij het kraken of om zich in te schrijven als woningzoekende. De procedure rond de inschrijving wordt grotendeels gekopieerd van de distributiegroep. Alle potentiële krakers moeten een formulier invullen waarop onder andere weer de vraag voorkomt of men 'actief' is of denkt te zullen worden. Er worden lijsten aangelegd waaruit de krakers van de AAP kunnen putten bij door hen ondernomen kraakacties. Een van de eerste acties is de herkraak op 7 maart van de panden op de hoek van de Van Hogendorp- en Van Limburg Stirumstraat, die in november 1973 voor de eerste keer bezet werden tijdens het offensief van de Holding. Het blok staat inmiddels vier jaar leeg. In september 1975 wordt in de Staatsliedenbuurt een dichtgespijkerd pand gekraakt door een groep die voornamelijk bestaat uit ontruimde krakers uit de Nieuwmarktbuurt. Al snel na de kraak begint men hier een tweede kraakspreekuur dat zich speciaal zal richten op het onderbrengen van woongroepen in de buurt.
   De aanstaande kraker hoeft niet om hulp en begeleiding bij de verschillende kraakspreekuren aan te kloppen, maar kan ook zelf aan de slag. Na maanden van voorbereiding brengen de Gezamenlijke Aktiegroepen tegen Leegstand in het najaar van 1975 de langverwachte Handleiding voor krakers uit. Het is een licht aangepaste en uitgebreide versie van het een jaar eerder door de AAP uitgegeven Hulp bij het kraken. Als om de oorsprong van de handleiding nog eens te onderstrepen prijken op de voorkant een foto van het verzet van Aktie'70 in de Leidsestraat op de Nationale Kraakdag van 5 mei 1970 alsmede een foto van het pand op Singel 52, dat in 1970 door de gemeente aan Aktie'70 ter beschikking was gesteld voor jongerenhuisvesting. 'Voor mensen die het beu zijn en het recht in eigen handen willen nemen' wordt in de handleiding het kraken met de volgende redenen gerechtvaardigd:

'- omdat wonen een recht is en omdat woningzoekenden belemmerd worden dat recht te krijgen;
   - omdat het aanbod van woningen (bewust?) kleiner wordt gehouden dan de vraag;
   - omdat het beleid van de Dienst Herhuisvesting faalt (o.a. door idiote beperkingen zoals een leeftijdsgrens van 25 jaar);
   - omdat vanuit de gedachte van het kapitaal de ''goedkopere'' volksbuurten plat moeten;
   - omdat woningen met betaalbare huren niet rendabel zijn;
   - omdat mensen met weinig geld de dupe zijn;
   - omdat het gemeentebeleid overeenkomt met deze gedachte, want veel mensen moeten de stad uit voor het mooie city-plan.'

Met de verzelfstandiging van het kraakgroepenoverleg wordt in Amsterdam het kraken losgeweekt uit de bestaande buurtactiestrijd. Het kraken wordt beschouwd als een op zichzelf staand politiek issue, waarvoor een aparte organisatie noodzakelijk is. Het is dan ook niet de specifieke strijd in de buurten, maar de algemene bedreiging van de Anti-Kraakwet waaromheen de kraakbeweging zich uiteindelijk formeert. In het najaar van 1975 wordt duidelijk dat deze wet in het voorjaar van 1976 door de Tweede Kamer behandeld zal worden. Onder het motto 'Kraak de Anti-Kraakwet' wordt op 31 oktober 1975 in Roodmerk het kraakgroepenoverleg voortgezet met de eerste stedelijke actievergadering tegen de Anti-Kraakwet. Met dit initiatief sluit men aan bij de alternatieve hulpverlening en aan de kerken gelieerde groepen, die met het oog op de behandeling in de Tweede Kamer hun protesten tegen de Anti-Kraakwet nieuw leven ingeblazen hebben. Vanuit deze hoek wordt door de Kraakbond in Utrecht het initiatief genomen voor het eerste 'Landelijk Kraakoverleg' op 29 november 1975.

Na tien jaar openlijke acties betreedt de kraakbeweging als zelfstandige sociale beweging het toneel. In haar bagage komen de ervaringen van twee generaties krakers samende eerste uit de jaren zestig en begin van de jaren zeventig, de tweede medio jaren zeventig. Deze ervaringen zullen een blijvend stempel drukken op de ontwikkelingen in de volgende jaren. Nieuwe generaties krakers zullen voortborduren op de basis die in de eerste tien jaar gelegd is. Sterker nog, in feite is maar weinig wat de kraakbeweging later kenmerkt niet al door de eerste twee generaties uitgeprobeerd.
   Een belangrijk onderscheid ten opzichte van de eerste periode is evenwel de massaliteit waarmee de krakers in het vervolg de woningnood en de leegstand te lijf zullen gaan. Ging het in de jaren zestig om enige tientallen, bij de kabouters en Aktie'70 om honderden en bij het verzet rond de Nieuwmarkt om enige duizenden krakers en sympathisanten, in het verdere verloop van de jaren zeventig en tachtig zullen bij de kraakbeweging vele tienduizenden jongeren in het hele land betrokken raken. Deze massale toestroom creëert niet alleen mogelijkheden waarvan de eerste twee generaties slechts konden dromen, maar ook een aantal onvoorziene moeilijkheden, waarvoor binnen de organisatie een oplossing gevonden moet worden.

Noten [3] Wij blijven hier wonen

1. '...De beste aktiegroep ter wereld...', Wijkcentrum d'Oude Stadt, 1984, blz 11.
   2. Aan het woord is J. Lepelaers, lid van de Sectie, in '... De beste aktiegroep ter wereld...', Wijkcentrum d'Oude Stadt, 1984, blz 31.
   3. Zie een gesprek met krakers uit de Nieuwmarktbuurt in De Groene Amsterdammer 16-7-1975.
   4. Vóór de ontruimingen van de kraakpanden boven het metrotracé zal de CPN het buurtverzet nog een keer dwarszitten met de oprichting in november 1974 van het Comité vervangende Woonruimte en Herstel Nieuwmarktbuurt.
   5. Zie interview met Hein Bijnen, voormalig kabouterraadslid en vanaf 1978 voorzitter van Wijkcentrum d'Oude Stadt, in '...De beste aktiegroep ter wereld...', blz 56.
   6. In totaal trekken er in de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig 420.000 Amsterdammers de stad uit.
   7. Zie het onderzoek waaraan door de Aktiegroep Nieuwmarkt is meegewerkt, in Wonen TA/BK van oktober 1974.
   8. Max Lewin richtte in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 de partij Nieuw Rechts op. Hij was tevens verbonden met 'Groep 7'. Deze groepering was in het voorjaar van 1970 verantwoordelijk voor een korte ontvoering van Roel van Duijn. Tevens poogde de groep via allerlei intimidatiemethoden de kabouters van kraakacties te weerhouden. Men ageerde vooral tegen de Nationale Kraakdag op 5 mei 1970. In pamfletten werden de kabouters gewaarschuwd om de vijfde mei niet 'om te buigen voor andere doeleinden' dan voor de herdenking van de bevrijding van het nazidom. Ook kondigde Max Lewin aan om tegen de acties op de Nationale Kraakdag, een 'burgerwacht' te zullen vormen.
   Toen het Roel van Duijn duidelijk werd dat zich onder de verdachten van de verijdelde bomaanslag in de Bijlmer zich ook een van zijn voormalige ontvoerders bevond, verzocht hij de officier van justitie alsnog een strafvervolging tegen hem in te stellen.
   9. Zie NRC Handelsblad en de Volkskrant van 19 en 20 maart 1975.
   10. Aanvankelijk is Riethof tegen de metro-aanleg door de Nieuwmarktbuurt, maar eenmaal wethouder draait hij bij en steunt de rest van het college. Zijn uiteindelijke ommezwaai tegen de metroaanleg onder de Nieuwmarktbuurt wordt door niemand meer begrepen.
   11. '...De beste aktiegroep ter wereld...', blz 50.
   12. Na de tweede serie ontruimingen wordt het dagblad enkele weken voortgezet als Nieuwmarkt Weekblad.
   13. Uit de puinhopen die de KEN achterlaat komt in 1972 de Socialistische Partij voort.
   14. Vrij Nederland, 6 april 1974.
   15. Begin 1973 reisde Han Lammers persoonlijk naar Londen om voor de verzamelde beleggers een wervend praatje over Amsterdam te houden. Zie bijvoorbeeld de vragen die Huib Riethof (PSP) hierover in de gemeenteraad stelde op 1 maart 1974.
   16. Vrij Nederland, 6 april 1974.
   17. Zie de verklaring van de voorzitter van de Projektgroep Nieuwmarkt, Van Stijgeren, in Het Parool van 20 november 1974.
   18. In december 1975 doet 'De Zwarte Tulp' opnieuw een 'oproep tot georganiseerd verzet'. Nu neemt de anonieme groep het op voor de zojuist tot aftreden gedwongen wethouder Roel van Duijn. Net als Lammers, die tegelijkertijd aftreedt, krijgt Van Duijn alsnog de rekening gepresenteerd voor de bestuurschaos rond de metrobesluiten.
   Een 'oproep tot verstoring van de openbare orde', gedaan in oktober 1982 naar aanleiding van een bezoek van koningin Beatrix aan Amsterdam, is rechtstreeks geïnspireerd op de oproepen van De Zwarte Tulp uit '74 en '75. De bij het Leidse Bosje verzamelde demonstranten werden toen 'preventief' ingesloten en afgevoerd.
   19. Bij het Gezamenlijke Aktiegroepenoverleg zijn zo'n 50 zichzelf respecterende buurt- en aktiegroepen en de met hen sympathiserende politieke en/of culturele groeperingen aangesloten. Uit het Gezamenlijke Aktiegroepenoverleg komt ook het 'Comité Red Amsterdam, begin bij de Nieuwmarkt' voort. In februari en maart '75 organiseert dit comité twee demonstraties die elke keer zo'n 5000 mensen op de been brengen.
   20. In 1972 is er al een concentratie krakers uit Suriname ontstaan in de Transvaalbuurt. Door tussenkomst van het Werkverband Huisvestingsnood van de Raad van Kerken worden ze niet ontruimd.

Inhoud | Hoofdstuk 3 | volgende hoofdstuk
<% include "http://www.iisg.nl/scripts/lastupd.php?getlastmod=".getlastmod(); %>