HSN
HSN_kop
Ga naar
HSN Home

Over HSN

Data

Projecten

Producten

Links

Email
HSN:
hsn@iisg.nl


IISG
Onderhouden door het:
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG)

Sitemap



Zoeken

Levenslopen in de 19e en 20e eeuw
Afsluitend congres van het NWO-groot programma 'Life Courses in Context'

Introductie | Programme | Samenvattingen | Flyer (pdf)

Samenvattingen

Hans Knippenberg & Sjoerd de Vos
Early secularisation in the Netherlands: an analysis of the birth cohort 1850-1882
[Vroege ontkerkelijking in Nederland: een analyse van het geboortecohort 1850-1882]

Large scale secularisation of Dutch society started in the last quarter of the nineteenth century and reached a level of fourteen percent of the population in 1930. Based on the Historic Sample of the Netherlands (HSN) and Dutch censuses an analysis of the secularisation of the birth cohort 1850-1882 has been carried out in order to establish the individual and contextual characteristics that influence early secularisation at the individual level.

De secularisering van Nederland kwam in het laatste kwart van de negentiende eeuw op gang en bereikte in 1930 een niveau van 14 procent van de totale bevolking. Op basis van het geboortecohort 1850-1882 van de Historische Steekproef Nederlandse bevolking (HSN) en de uitkomsten van de Nederlandse volkstellingen is het secularisatieproces geanalyseerd teneinde de individuele en contextuele factoren vast te stellen die vroege secularisering op individueel niveau hebben beïnvloed.

Onno Boonstra
Illiteracy in the Netherlands in the nineteenth century
[Functioneel analfabetisme in Nederland in de 19e eeuw]

During the ninetheenth century, Dutch illiteracy levels dropped from 20 percent in 1800 to next to nothing in 1900. This was neither because of compulsory enrollment laws, nor because modern society demanded all people to be literate. It it assumed that parents thought it wise to send their children to school in order to give them a headstart. If this is the case, it is to be expected that literates have more chances to change jobs and be more socially mobile than illiterates. The presentation will show preliminary results.

Gedurende de negentiende eeuw daalde het analfabetisme in Nederland van een niveau van 20 procent in 1800 naar bijna nul procent in 1900. Dit was niet omdat lager onderwijs verplicht was gesteld, noch omdat de moderne maatschappij het noodzakelijk maakte dat iedereen kon lezen en schrijven. Verondersteld wordt dat het de ouders zelf waren die het verstandig vonden om hun kinderen naar school te sturen om ze op deze wijze een goede start te geven voor hun latere maatschappelijke loopbaan. Als dit zo is, dan mag men verwachten dat mensen met enige opleiding in de negentiende eeuw meer kansen hadden op baanverandering en sociale mobiliteit dan analfabeten. De presentatie geeft de eerste resultaten van deze analyse.

Jan van Bavel, Jan Kok & Theo Engelen
Childlessness during the Interbellum in the Netherlands: Crisis or Choice?
[Kinderloosheid tijdens het interbellum in Nederland: crisis of keuze?]

In the period after the First World War, the percentage of childless couples started to rise in western societies. A number of contemporary demographers alluded to new preferences, such as holidays, luxury items and free time to explain why more and more couples refrained from parenthood. Their concerns display a remarkable resemblance to explanations for the currents drastic changes in family formation, that have been subsumed under the heading of 'Second Demographic Transition'. Were childless couples indeed 'pioneers' of a modern life style and thus precursors of the Second Demographic Transition? Or was their childlessness a consequence of the bleak prospects of the Interwar period in general and unemployment in particular?

Na de Eerste Wereldoorlog begon er in de Westerse samenlevingen een stijging van het aantal echtparen dat kinderloos bleef. Contemporaine demografen zagen de oorzaak in een verschuiving naar een modern levenspatroon met veel vakanties, voorkeur voor luxe goederen en veel vrije tijd waarin voor kinderen geen plaats meer was. Hun overwegingen komen verrassend overeen met de verklaringen die aan de huidige zeer drastische veranderingen in de samenstelling van families worden gegeven onder de noemer 'Tweede Demografische Transitie'. Waren de kinderloze huwelijken van het Interbellum inderdaad de 'pioniers' van de moderne levensstijl en dus voorlopers van de Tweede Demografische Transitie? Of was kinderloosheid een consequentie van de donkere vooruitzichten van het Interbellum in het algemeen en de crisistijd met zijn grote werkloosheid in het bijzonder?

Hilde Bras, Aat Liefbroer en Cees Elzinga
Standardization of living arrangements? Household trajectories in The Netherlands, 1850-1940
[Standaardisering van leefvormen? Huishoudenstrajecten van Nederlanders, 1850-1940]

With whom did Dutch people co-reside during their life course? In what types of households did they spend their lives? In this presentation we investigate the household trajectories of the Dutch between 1850 and 1940. To what extent became household trajectories standardized as a result of the great demographic and social changes that took place during this period? And what differences in living arrangement careers existed according to individuals' sex, socio-economic status, religion and region of origin?

Met wie woonden Nederlanders gedurende hun levensloop? In welke typen huishoudens brachten zij hun leven door? In deze bijdrage onderzoeken we de huishoudenstrajecten van Nederlanders tussen 1850 en 1940. In hoeverre vond er, onder invloed van de grote demografische en sociale veranderingen tijdens deze periode, standaardisering van huishoudenstrajecten plaats? En in hoeverre waren er verschillen in leefvormcarrières naar de sekse, sociaal-economische status, religieuze gezindte en regio van herkomst van individuen?

Ulbe Bosma & Kees Mandemakers
Opting for the Indies: Duch the urban middle classes and colonial careers
[Opting for the Indies: de stedelijke middenklasse en het profijt van een koloniale beroepscarrières]

Large scale migration to the Indies started at the end of the nineteenth century, esp. young urban males from middle classes opted for a career in the Indies as civil servants, clerks, technical or industrial managers etc. In the database of the Historical Sample of the Netherlands we found about 500 persons that migrated for a short or long term to the Indies. In this presentation we will compare these Indian careers with a comparable group that stayed in the Netherlands. Was migration to the Indies really profitable in terms of career, will be the main questions to be answered.

Tegen het einde van de negentiende eeuw begon de migratie naar Nederlands-Indië grootschalige vormen aan te nemen. Daarbij ging het vooral om jonge mannelijke stedelingen die een carrière ambieerden als ambtenaar, of als klerk of leidinggevende in de techniek of industrie. In het databestand van de HSN troffen we circa 500 personen aan die voor korte of lange tijd naar Nederlands-Indië waren gegaan. De carrières van deze Indië-gangers zullen worden vergeleken met een controlegroep die niet migreerde en in Nederland bleef. Op deze manier kan de vraag worden beantwoord in hoeverre migratie naar Indië een positieve invloed uitoefende op de beroepscarrière.

Frans van Poppel
Sociale klasse, sociale mobiliteit en sterfte in Nederland, 1850-2000
[Social class, social mobility and mortality in The Netherlands 1850-2000]

In deze bijdrage wordt de relatie onderzocht tussen sociale klasse, sociale mobiliteit en sterfte op middelbare en oudere leeftijd voor drie van de elf Nederlandse provincies. Elke provincie had haar eigen specifieke sociale en economische structuur, die radicaal veranderde tijdens de bestudeerde periode. De analyse spitst zich toe op verschillen in mortaliteit bij volwassenen en ouderen in relatie tot de sociale positie die de betrokkenen bekleedden gedurende hun kindertijd en tijdens hun volwassen leven. Tevens wordt onderzocht in hoeverre de sterfteverschillen naar sociale klasse mede worden bepaald door met de gezondheid samenhangende selectieprocessen.

This presentation will examine the relationships between social class, social mobility and mortality at middle and old age. Three of the eleven Dutch provinces, each with its particular social and economic structure will be studied during a time period in which the regions underwent radical changes in their economic, social and family structure. We will study socio-economic differentials in mortality in adult and old age in its relation to social characteristics in childhood and adulthood and to find out whether these differentials are also affected by health-related selection of persons into socio-economic categories.

Ineke Maas & Marco van Leeuwen
From rags to riches? Occupational careers of the Dutch population between 1865 and 1940
[From rags to riches? Beroepsloopbanen van de Nederlandse bevolking tussen 1865 en 1940]

De gegevens van de bevolkingsregisters, zoals die zijn verzameld in het kader van het project 'Life Courses in Context', maken het voor de eerste keer in de geschiedenis van Nederland mogelijk om de beroepscarrières van de Nederlandse bevolking tijdens de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw - een periode die niet wordt gedekt door data uit enquêtes - te beschrijven en te analyseren. In deze bijdrage presenteren we allereerst een overzicht van de beschikbare beroepsinformatie. Vervolgens beschrijven we verschillende carrièrevormen van mannen en vrouwen, toegespitst op de vraag of neerwaartse mobiliteit tegen het einde van de beroepscarrière een algemeen verschijnsel was. Ten slotte wordt de relatie tussen carrièrevorm en sociale herkomst van mannen en vrouwen onderzocht.

The population register data, gathered in the project Life Courses in Context, allow - for the first time in the history of the Netherlands - to describe and analyze the occupational careers of the general Dutch population in the 19th and first half of the 20th centuries: a period not covered by survey data. In this paper we first give an overview of the occupational information that is available. We then describe the shape of the occupational careers of men and women, especially focussing on the question whether downward mobility was a common phenomenon at the end of their occupational career. Finally, we analyse to what extent the shape of the occupational careers depended on men and women's class of origin.

Top

   
IISG / HISTORISCHE STEEKPROEF NEDERLAND   

IISH Home