| Groep mensen uit het voormalige Joegoslavië die met elkaar de Nederlandse taal leerde. Linksonder: Jasmina Ravnjak. Met de klok mee: Boudewijn Fopma, Tera Fopma, Nevena Bajalica, Zoran Erkman, Nikola Vincelj, Damir Prica-Kafka en Marko Abramovic.
De lessen (vanaf 1992 gedurende twee jaar drie keer per week) werden gegeven door het echtpaar Tera en Boudewijn Fopma. Zij leerden de jonge vluchtelingen aan het begin van hun emigratie kennen. Toen duidelijk werd dat de oorlog in Joegoslavië niet na enkele maanden over zou zijn, organiseerde Tera Fopma via haar netwerk meer dan dertig taalgroepen voor voormalige ‘Joego’s’. Het waren meestal gepensioneerde leraren, artsen en andere behulpzame mensen die rondom hun eettafel een groep van vijf tot tien mensen uit alle delen van het voormalige Joegoslavië de Nederlandse taal leerden.
De groep op de foto is dankzij die taallessen een soort familie van elkaar geworden. Ze zien elkaar nog altijd bij Tera Fopma thuis, minimaal eens per maand. Als zij merkte dat ze slordig worden in hun Nederlands, organiseert ze nieuwe lessen.
De foto is gemaakt in het kraakpand Villa Omval nabij het Amstelstation. Het pand was door Amsterdamse krakers voor de ontheemde Joegoslaven gekraakt. In de loop der jaren hebben er honderden mensen gewoond. |
