Slovenen in Nederland
Small-case resistance
Josef Dušak (links) met zijn schoonzoon Sjaak Lousberg voor zijn boerderij in Schinveld (ca. 1962).
Josef Dušak, een vermeende Oostenrijkse officier uit Ljubljana, bewoonde sinds begin jaren dertig een zelfgebouwd primitief huis met meerdere stallen diep verscholen in de bossen van Schinveld, direct aan de Duitse grens. Hij was weliswaar geen onbekende binnen de Sloveense gemeenschap, maar hij maakte er ook niet actief deel van uit. Voor velen was hij niets dan een notoire drinkebroer, die een portret van Stalin boven de deur had hangen en die Napoleon en Radetzky de beste krijgsheren noemde. Gelovigen noemde hij 'Rozenkransbandieten' en mijnheer pastoor was een 'Schweinepriester'. Hij zag eruit als een verdwaalde cowboy en verplaatste zich in een 'koetsj', met een pikzwart renpaard ervoor. Verder was hij berucht vanwege zijn vele vrouwen - hij trouwde vijf maal - zijn dertien kinderen, alsook zijn meedogenloosheid en onverschrokkenheid. Door zijn handel in tenenhout raakte Josef Dušak tijdens de oorlog betrokken bij het 'overzetten' van gestrande Franse en Engelse piloten en het herbergen van Franse krijgsgevangenen, die hij hielp ontsnappen over de grens. Hij ontving hiervoor in 1949 een 'diploma' ('passeur bénévole') van de Franse ambassade vanwege zijn hulp aan Franse krijgsgevangenen. Het document was officieel ondertekend door Charles de Gaulle, leider van het Franse verzet in de Tweede Wereldoorlog en de latere president van Frankrijk.
Collectie:
Dušak 04