Een socialist 'uit onze koloniën'
De eerste socialist die voet aan wal zette in Nederlands-Indië was Henri Hubertus van Kol (1852-1925). Van Kol, die al actief was in de Eerste Internationale, begon in 1876 aan zijn loopbaan in Java als waterbouwkundig ingenieur. Later, terug in Nederland, zou hij bekend worden als een van de oprichters van de SDAP. Maar aan Indië had hij zijn hart verloren, het land waar hij waterwerken tot stand bracht, trouwde en kinderen kreeg. Sinds zijn Indisch avontuur woonden twee zielen in de borst van Van Kol. Als socialistisch volksvertegenwoordiger fulmineerde hij in Den Haag tegen de uitbuiting van 'de arme Javaan'. Als eigenaar van een koffieplantage in Indië had hij die zelfde Javanen in dienst. Dat laatste was alleen in zeer kleine kring bekend.
Van Kol had de gronden voor de plantage 'Kajoemaas' op Oost-Java in 1887 aangekocht met behulp van een lening van zijn politieke vriend Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Een deel van het geld dat 'Kajoemaas' opleverde, werd door Van Kol onbaatzuchtig doorgesluisd naar de arbeidersbeweging. Ook zijn compagnon Domela, die 30.000 gulden in de onderneming had gestoken, schonk altijd gul aan beginnende arbeidersorganisaties en kameraden. In de briefwisseling tussen Van Kol en Domela ging het, behalve over politiek, alleen in strikt zakelijke zin over de plantage. In de loop der tijd ontwikkelde zich een ordinaire ruzie over de uitkering van dividend. Geen woord over ethische aspecten die het gemoed van socialisten met bezittingen in de koloniën zouden kunnen benauwen. Toch moet er iets geknaagd hebben, want beiden hielden de onderneming maar liever onder de pet. Mogelijk haalde Van Kol verder wat scherpe kantjes van de zaak door een christelijke familie als beheerders van Kajoemaas aan te stellen. Die introduceerden er de zondagsrust, een schooltje en een kerk, zodat de onderneming (in de ogen van de Hollanders althans) gunstig afstak ten opzichte van andere.
Eenmaal terug in Nederland kritiseerde Van Kol in de Tweede Kamer onophoudelijk de koloniale politiek van de regering. Tegen het kolonialisme als zodanig had hij niets: 'Door liefdevolle vermaning moeten wij het volk leiden, door een weldoende voogdij den rijkdom van het land vermeerderen, de welvaart der inwoners doen toenemen. Wij moeten in dat mooie land dat goed volk tot steun en bijstand zijn, wanneer het opwaarts wil strompelen den langen lijdensweg naar het hoogere!' Zo luidt de conclusie van zijn boek Uit onze Koloniën (1903), het verslag van een studiereis die Van Kol het jaar daarvoor had gemaakt. Van Kol karakteriseerde zichzelf daarin als een waarheidzoeker met innige sympathie voor het volk, dat leed omdat anderen de vruchten van zijn rijkdom plukten. Maar zijn typeringen van dit volk spraken andere taal. De 'indolente' Javaan, de 'onoprechte genotzieke' Ambonees, de Chinese koelie met zijn 'vieze [homoseksuele] gewoonten' en talrijke andere bevolkingsgroepen passeren de revue. Want Van Kol bereisde maandenlang de hele archipel en eindigde in Kajoemaas, waar hij de blauwdruk voor dit boek schreef.
Tijdens deze reis maakte Van Kol zelf foto's van landschappen, markten en mensen, dit laatste ook met het doel 'om ze mijn mede-Kamerleden als bewijsstuk te toonen.' Veel van die foto's zijn op klein formaat in Uit onze Koloniën afgedrukt. Uit een recente schenking (2007) van de erven-Van Kol kwam een vijftigtal foto's te voorschijn. De originelen zijn zo haarscherp en exclusief dat ze een presentatie buiten het boek om zeker verdienen. Deze webpresentatie toont een selectie van twaalf foto's, waar mogelijk voorzien van uitleg van de fotograaf en auteur van Uit onze Koloniën, Henri van Kol.
Tekst en samenstelling: Margreet Schrevel, Emile SchwidderBronnen:
- Biografie (in BWSA) van Van Kol en Domela Nieuwenhuis
- Archiefinventarissen: Van Kol en Domela Nieuwenhuis
- Kol, Henri Hubert van, Uit onze koloniën. Uitvoerig reisverhaal. Geïllustreerd met vele afbeeldingen en kaarten. Leiden, 1903.
- Erwiza, Miners, managers and the state : A socio-political history of the Ombilin coal-mines, West Sumatra, 1982-1996 (Proefschrift Universiteit van Amsterdam 1999).
Lees ook:
Margreet Schrevel, Links kolonialisme - Het Rijke Rooie Leven, deel 32 in Spanning, jan. 2008, pp. 16-18