Illegale volksopvoeding in 19de eeuws Rusland: de Narodniki
Introductie
In de collecties van het IISG bevinden zich vele verborgen schatten. Eén daarvan wordt hier nader belicht. Het gaat om een twintigtal illegale Russische brochures, die in de jaren zeventig van de negentiende eeuw gebruikt zijn tijdens de zogeheten 'trek naar het volk'.
De 'trek naar het volk'
Ruim tien jaar na de afschaffing van de lijfeigenschap in Rusland in 1861 ontstond onder studenten en jonge intellectuelen de beweging die bekend is geworden als 'de trek naar het volk'. Zelf geconfronteerd met de beperkingen van een sterk autocratisch regime, waar het bijeenkomen in kleine groepjes om maatschappelijke toestanden te bespreken of het bij zich dragen van een buiten de censuur om vervaardigd drukwerkje al kon resulteren in gevangenschap en verbanning, zagen zij het als hun taak zich in te zetten voor de verbetering van het lot van de bevolking. Onder deze revolutionaire Narodniki (van narod = volk) waren aanhangers van verschillende stromingen: sommigen richtten zich op de arbeiders als potentieel meest revolutionaire klasse, anderen zagen in de Russische omstandigheden juist de boeren als degenen die de kiem voor een nieuwe, rechtvaardiger samenleving in zich droegen. Sommigen vonden dat de propaganda erop gericht moest zijn zo snel mogelijk revolutionaire activiteiten te ontplooien, anderen wilden dat de revolutionaire jongeren eerst zichzelf zouden scholen en gedegen kennis en deskundigheid opbouwen.
Michail Bakunin en Petr Lavrov waren in deze periode de meest invloedrijke theoretici, waarbij Bakunin onder de Petersburgse en Moskouse jongeren de meest populaire was. Zijn oproepen tot onmiddellijke actie werden aantrekkelijker gevonden dan de ideeën van Lavrov, die bevreesd was voor te vroege revolutionaire uitbarstingen en er vanuit ging dat eerst een lange periode van zelfstudie nodig was voor men tot propaganda kon overgaan. Hij stelde dat de sociale revolutie moest worden gerealiseerd door de meerderheid, door het volk zelf. Taak van de minderheid (de intelligentsia, de studenten) was de systematische voorbereiding daarop. Hun rol moest die zijn van initiator, opvoeder en aandrager van ideeën. Een belangrijk praktisch probleem was hoe de verbinding te leggen tussen de 'revolutionairen uit de geprivilegieerde milieus', zoals de titel van een artikel van Lavrovs medewerker Valerian Smirnovnoot 1 luidde, en de volksmassa's.
Voorlezen aan boeren
In 1873 en in het voorjaar van 1874 braken duizenden jongeren hun studie af en trokken naar het platteland om onder het volk te leven, gekleed op een manier die ze zo min mogelijk moest onderscheiden van de boeren en gewapend met illegale educatieve brochures om aan de grotendeels ongeletterde plattelandsbevolking voor te lezen en aan de hand daarvan gesprekken te voeren over een rechtvaardiger, socialistische maatschappij. Soms werden ze met argwaan bekeken en zelfs door de boeren aan de autoriteiten uitgeleverd. Maar er waren ook positieve ervaringen. Sergej Stepnjak-Kravčinskij noot 2, deelnemer aan de 'trek naar het volk' en auteur van een aantal van de hier beschreven brochures, schreef in zijn memoires: '[…] zodra een propagandist in het dorp verscheen, verlieten de boeren hun bezigheden en kwamen naar hem luisteren' en 'Iedereen [van de dorpsbevolking], van oud tot jong, verzamelde zich na een lange werkdag rondom [de propagandist] in een donker beroet hutje, waar deze bij het zwakke licht van een houtspaander vertelde over het socialisme of iets voorlas uit een meegebracht boekje.' noot 3
Na een paar jaar liep de zo massaal en met zoveel idealisme begonnen beweging van 'de trek naar het volk' stuk op de harde realiteit. De propagandisten werden bij honderden gearresteerd en in grote processen (het 'Proces van de 50' en het 'Proces van de 193' in 1877-1878) massaal tot dwangarbeid of verbanning veroordeeld, waarbij een aantal al voor het proces in de gevangenis overleed.
De boodschap verpakt
Over wat de inhoud moest zijn van de brochures die de activisten moesten helpen de kloof met de boerenbevolking te overbruggen en hun ideeën uit te dragen, werd zeer uiteenlopend gedacht. Het uiteindelijke doel was (een vorm van) socialisme, maar hoe kon deze boodschap zo worden gebracht dat ze bij de boerenbevolking doel trof. Moest direct tot verzet tegen de heersende machten (tsaar, kerk, landheren) worden opgeroepen of was het beter voorlopig niet verder te gaan dan het bijbrengen van enige elementaire algemene ontwikkeling? Kon men zich wel in negatieve termen over tsaar en kerk uitlaten, als de boeren daarin juist zo'n groot en onvoorwaardelijk vertrouwen stelden? Of was het geoorloofd de religieuze gevoelens van de bevolking juist als uitgangspunt van de propaganda te ge(mis)bruiken en het socialisme uit te leggen als afkomstig van een hogere macht? De Tsjajkovskigroep bijvoorbeeld, waarvan veel leden naar het platteland trokken en die verantwoordelijk was voor de uitgave van een aantal van de brochures, vond dat voorkomen moest worden de gevoelens van de boeren voor tsaar en kerk kwetsen, en dat het beter was zich te richten tegen de regering en de landheren. Lavrov weigerde de brochure O pravde i krivde [Over waarheid en leugen] van Kravčinskij, één van de leiders van deze groep, uit te geven, omdat deze 'steunt op het verheerlijken van het (vroege) christendom als socialistische leer' noot 4. En de later beroemde bibliograaf N. Rubakin waarschuwde tegen afbeeldingen van de duivel op de omslag van boekjes, dat zou door de boeren als ongeluk brengend worden gezien. Petr Kropotkin schreef in zijn 'Programma' dat boeken nodig waren die 'een geest van onafhankelijkheid ademen en het volk een besef van eigen kracht geven'. noot 5 Vaak was de boodschap verpakt in sprookjes en geënt op de folklore.
Ondergrondse lectuur
Het vervaardigen en te bestemder plaatse krijgen van dit drukwerk was een gecompliceerde en vaak gevaarlijke zaak. De mogelijkheden in Rusland zelf waren uiterst beperkt. Vaker werd het drukwerk door Russische emigranten in het westen gedrukt en vervolgens met veel moeite Rusland binnengesmokkeld. De groep rond Lavrov in Zürich (en vanaf maart 1874 in Londen) beschikte over een 'nabornja', dat wil zeggen over de apparatuur om het zetsel van publicaties gereed te maken. Veel van de hieronder genoemde brochures werden hier gemaakt. De groep bestond uit rond acht personen, die als commune leefden en al hun tijd aan dit werk besteedden. Het eigenlijke drukken werd bij bevriende drukkerijen gedaan. Via verschillende netwerken werden de teksten dan over land of, via betrouwbare zeelui over zee, Rusland binnengebracht. Ook Lavrovs tijdschrift Vpered! [Voorwaarts!] werd op deze manier vervaardigd en verspreid. De eerste ondergrondse drukkerij in Rusland zelf die redelijk wat produceerde was Vol'naja Russkaja Tipografija in Sint Petersburg, 1877, vanaf eind 1878 Peterburgskaja Vol'naja Tipografija. Hier werden vijf edities van Zemlja i Volja gedrukt, in 1500-3000 exemplaren.
Noten
noot 1: V.N. Smirnov, Revoljucionery iz privilegirovannoj sredy, in: Vpered!: Neperiodičeskoe obozrenie. Cjurich, 1874, t.2, p. 122-155 (IISG signatuur ZO 22395 and ZO 52676)
noot 2: Het was gebruikelijk voor revolutionairen in het tsaristische Rusland om onder pseudoniem te publiceren. Later werd dan vaak een dubbele naam gebruikt, bestaande uit pseudoniem, gevolgd door eigennaam. In dit geval is Kravčinskij de eigennaam en Stepnjak het pseudoniem.
noot 3: S. Stepnjak, Podpol'naja Rossija (Londen, 1893), p.13-14. (IISG signatuur R313/300)
noot 4: B.M. Sapir (red.), Vpered 1873-1877: Materialy iz archiva Valeriana Nikolaeviča Smirnova. Dordrecht, 1970, t.1, p.92 (IISG signatuur 57/1A)
noot 5: Agitacionnaja literatura russkich revoljucionnych narodnikov. Potaennye proizvedenija 1873-1875 gg. (Leningrad, 1970), p. 23 (IISG signatuur 27/206)