Jan Hein Furnée, Beschaafd vertier. Standen, sekse en de ruimtelijke ontwikkeling van Den Haag, 1850-1890
Madelon van Luijk, Devote vrouwen tijdens de tweede religieuze vrouwenbeweging in de laatmiddeleeuwse Noordelijke Nederlanden
Jo Deferme, De schuld van het toeval. De Belgische Wet op de arbeidsongevallen (1903) als een breekpunt in het parlementaire sociale denken
Coen Helderman, De Kamers van Arbeid 1897-1922. Een mislukte poging tot bedrijfsorganisatie
Buitenlandse tijdschriften Lex Heerma van Voss
Jan Hein
Furnée
Respectable pleasures. Class, gender and the spatial transformation of
The Hague, 1850-1890
Between 1850 and 1890, the broad spectrum of recreation and consumption in The Hague both constructed and reflected bourgeois class and gender
relations. Focussing on some key institutions such as the zoo, the terrace of the seaside resort of Scheveningen, the shopping arcade and
the urban fair, this article argues that especially the spatial dimensions of the field, witnessing a series of highly contested
transformations, offer some interesting prospects to reconceptualize nineteenth-century class formation and deepen our insights in the ways
class and gender relations have been intertwined.
Madelon van Luijk Devout women in the second religious women's
movement
This article gives an overview of the current state of research on the
second religious women's movement in the late medieval Northern Netherlands. From the beginning of the fifteenth century onwards a
large number of women chose to lead a religious life. In the twelfth and thirteenth centuries a similar surge of female piety, which is
referred to as the first religious women's movement, had swept Latin Europe. For the sake of comparison, both movements are addressed. The
following subjects are treated: the institutional forms that the movements took on, the explanation of the movements in historiography,
the active participation of women, and finally their relationship with men. In the conclusion, several recommendations for future research are
made.
Jo Deferme Accidental
accidents. The Belgian Law on industrial accidents (1903) as a breaking point in parliamentary social
thinking
In December 1903 the Belgian parliament voted the first Belgian law on
industrial accidents. Parliamentary debates about that law signified a breaking away from the traditional liberal ideas of individual
responsibility that had been so influential in Belgian politics during the whole 19th century. The new trend, which influenced politicians of
very different political denominations, was inspired by social holistic ideas. The introduction of the idea of occupational risk, for instance,
meant that it was no longer feasible to look for an individual that could be hold responsible for industrial accidents. On the contrary,
the growing conviction among representatives was that accidents would happen, due to dangers intrinsic to modern
industry. Because of the reticence of the conservative government, traces of these new ideas were weakened in the eventual law itself.
Still, important elements such as the notion of occupational risk remained. Moreover, the growing acceptance of new social ideas in the
Belgian parliamentary debates showed that Belgian political culture was clearly moving about.
Coen Helderman
The Chambers of Labour, 1897-1922. A failed attempt at industrial organisation
This article deals with the history of the Dutch Chambers of Labour.
The main task of these bodies, which were founded in 1897, was preventing or settling labour disputes by stimulating talks between
employers and employees. The Chambers of Labour were seen as a remedy for the social problems that had been caused by the Industrial
Revolution and as an alternative for the socialist idea of class struggle. Initially, the number of Chambers grew fast in number, but
the growth started to stagnate as early as 1903. Industrial peace was hardly advanced by their activities. In 1922 the still existing
Chambers of Labour were officially abolished. Because of their failure, the Chambers of Labour have so far attracted little attention from
historians. This article tries to answer the question why the Chambers of Labour failed so
dramatically.
Terug naar artikelen overzicht van dit nummer
Jan Hein Furnée is als assistent-in-opleiding verbonden aan de
afdeling Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij
publiceerde (samen met J.H.G. Jonkman) Het Noorder Sanatorium te Zuidlaren. Geschiedenis en architectuur van een psychiatrisch
monument (Zuidlaren 1994). Zijn promotie-onderzoek gaat over burgerlijke cultuur en de ruimtelijke transformatie van Den Haag tussen
1850 en 1890.
adres: Oude Kijk in 't Jatstraat 26, Postbus 716, 9700
AS Groningen, w.j.h.furnee@let.rug.nl.
Madelon van Luijk
studeerde in Leiden af op Leidse laatmiddeleeuwse
broeder- en zusterschappen. Ze is verbonden aan de afdeling Middeleeuwse geschiedenis van de Vrije Universiteit Amsterdam, waar zij
in het kader van het onderzoeksproject 'De derde orde van Franciscus in het bisdom Utrecht' een
promotie-onderzoek doet naar de tweede religieuze vrouwenbeweging in de steden Leiden en Zwolle in de late
Middeleeuwen.
adres: Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit letteren,
Opleiding geschiedenis, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, md.vanluijk@let.vu.nl.
Coen Helderman studeerde van 1995 tot en met 1999
maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen trad hij in dienst bij het Centrum voor Bedrijfsgeschiedenis
aan dezelfde universiteit. Bij het CBG houdt hij zich momenteel bezig met een promotie-onderzoek naar de rol van ondernemers in de
ontwikkeling van de Nederlandse overlegeconomie in de periode 1920-1950.
adres: Coen Helderman, CBG, EUR, L3-002, Postbus 1738,
3000 DR Rotterdam, c.helderman@fhk.eur.nl.
Jo Deferme studeerde Germaanse filologie en Geschiedenis. Hij is als
wetenschappelijk medewerker verbonden aan het departement Geschiedenis van de
K.U. Leuven, waar hij een proefschrift voorbereidt over 'Sociaal holisme en politieke cultuur in België rond
1900'. Zijn publicaties handelen voornamelijk over de politieke cultuur bij het totstandkomen
van de Belgische sociale wetgeving rond 1900.
adres: Afd. Geschiedenis van de Nieuwste Tijd,
K.U. Leuven, Blijde-Inkomststraat 21/05, B-3000 Leuven, Jo.Deferme@arts.kuleuven.ac.be.
Lex Heerma van Voss is senior onderzoeker bij het Internationaal
Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam.
adres: IISG, Cruquiusweg 31, 1019 AT Amsterdam, lhv@iisg.nl.
Terug naar artikelen overzicht van dit nummer
Terug naar overzicht van het TvSG per nummer