Leo Lucassen en Wim Willems Lokale geschiedenis in beweging: een inleiding
Pim Kooij en Paul van de Laar Migratie en Nederlandse steden (1800-2000)
Annemarie Cottaar Een oosterse stad in het westen. Etnisch-culinaire pioniers in Den Haag
Marlou Schrover Potverkopers, vijlenkappers, winkeliers en stukadoors. Nichevorming onder Duitse migranten in de negentiende-eeuwse stad Utrecht
Rolf van der Woude Stad en migratie, migranten en hun stad de wisselwerking tussen migratie en stedelijke ontwikkeling: Leeuwarden 1850-1914
Frank Suurenbroek Friezen in Amsterdam. Groepsvorming onder binnenlandse migranten aan het einde van de negentiende eeuw
Geertje Mak Verschil als uitgangspunt: een inbreng van vrouwenstudies op het terrein van (lokale) migratiegeschiedenis
Wim Willems en Leo Lucassen Local history and migration: an introduction
Urban history and migration history are popular subjects of study. In both disciplines migrants are studied in their urban surrounding. Historians of both disciplines, however, seem unaware of developments in each other's fields. Their approaches and methodologies are different: urban historians are more interested in migration flows, especially at an aggregated level, whereas migration scholars tend to focus on specific groups of immigrants. In this introduction a number promising possibilities for an integrated approach are presented.
Pim Kooij and Paul van de Laar Migration and Dutch cities (1800-2000)
This article deals with how urban historians have integrated the results of migration history in their research, and whether migration historians have benefited from recent urban studies. A review of urban history in the Netherlands reveals that, although the results of migration studies are not neglected, migration historians have reason to be disappointed about the lack of integration. Too often urban historians simply refer to migration as part of economic and demographic processes and neglect the new insights raised by migration historians. On the other hand, most migration studies use the city simply as a décor, neglecting the 'unique' characteristics of a city. This article analyses the theoretical and empirical background of both historical disciplines, and formulates a research agenda that may enhance the integration. The recent focus on labour market perspectives in migrant studies in relation to the opportunity structures of cities may stimulate a merger between both disciplines. Studies of opportunity structure offer an integration of economic aspects of migration and political and social-cultural dimensions, which are of interest to urban historians and migration historians alike.
Annemarie Cottaar An eastern city in the west. Ethnic-culinary pioneers in The Hague
Eating habits are an aspect of culture which people hold on the longest. The central question in this article is how migrants, as managers of shops and restaurants in The Hague, have influenced the eating culture of the city. Most of them did not cater for their co-ethnics, but rather for the general public. This was stimulated by the colonial tradition of this city. The Hague was from the nineteenth century onwards, was a popular place of residence for administrators and businessmen from the Dutch colonies.
Marlou Schrover Stoneware-traders, filemakers, shopkeepers and stuccoworkers. Niche formation amongst German migrants in nineteenth century Utrecht
This article presents a historical perspective on niche formation amongst migrants. Four case studies show four quite different routes niche formation can take. The routes depend on the characteristics of the niche and of the host society. The article shows how niches developed gradually, whereby both the niche and the group took shape during the process of niche formation.
Rolf van der Woude City and migration, migrants and their city. The interaction between migration and urban development: Leeuwarden 1850-1914
This article focuses on the migration of three specific groups; lodgers, representatives of the upper class, and immigrant entrepreneurs. Around 1850, many migrants lived as lodgers. In the second half of the nineteenth century, the number of lodgers decreased. Those who could afford it preferred their own places to live. Female lodgers disappeared without a clear explanation. Within the upper classes, migration was mainly related to career moves and retirement. The migration of entrepreneurs was related to chances in the host society. In this article it is argued that the integration of urban history and migration studies can be found in a comparative approach, with emphasis on the interaction between specific groups of migrants and the specific condition of the (local) labour market.
Frank Suurenbroek Friesians in Amsterdam. Ethnic group formation among internal migrants at the end of the nineteenth century
The population of Amsterdam doubled in the last decades of the nineteenth century. In part, this was the result of migration from elsewhere in the Netherlands. Thirteen percent of the migrants came from the Dutch province Friesland. Friesian migrants in Amsterdam and in other towns set up their own clubs and societies. The existence of a Friesian language will have stimulated these initiatives. The clubs and societies also functioned as a marriage market. The organisations seem to have been important for the first generation of migrants only.
Geertje Mak Difference as a starting point. The influence of women's studies on migration studies
Migration studies and women's studies both deal with ethnicity, but with a difference in academic style, methods and aims. How can the theoretical, analytic and deconstructivist women's studies perspective of 'difference' contribute to migration studies? In this article 'interaction' is used as a concept to integrate different perspectives. Ethnicity is related to other hierarchical categories such as gender, class and age.
Terug naar artikelen overzicht van dit nummer
Annemarie Cottaar promoveerde in 1996 op
een proefschrift over de geschiedenis van woonwagenbewoners in Nederland. Sinds
1 januari 1998 is zij verbonden aan de faculteit Geesteswetenschappen van de
UvA, waar zij binnen het kader van het pionier-project 'Immigranten in
Nederland' werkt aan een onderzoek naar de geschiedenis van West-Indische
migranten in Nederland (1860-1960). Daarnaast houdt zij zich - in samenwerking
met het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis - bezig met het
opzetten van een Historisch Beeldarchief Migranten.
Pim Kooij studeerde geschiedenis aan de Rijks
Universiteit Groningen, aan welke instelling hij daarna verbonden bleef. Hij was
daar onder meer tien jaar bijzonder hoogleraar in de economische en sociale
geschiedenis van stad en platteland. Sinds 1998 is hij halftijds hoogleraar
agrarische geschiedenis aan Wageningen Universiteit en halftijds hoogleraar
economische en sociale geschiedenis aan de RUG.
Paul van de Laar studeerde
maatschappijgeschiedenis aan de Eramus Universiteit Rotterdam en promoveerde in
1991 op een bedrijfshistorisch proefschrift. In 2000 verscheen zijn boek Stad
van formaat. Geschiedenis van Rotterdam in de negentiende en twintigste eeuw.
Sinds 1997 bekleedt hij de Jurriaanse leerstoel Geschiedenis van Rotterdam aan
de Erasmus Universiteit, ingesteld vanwege de Stichting Bijzonder Leerstoel
Roterodamum. Naast stadsgeschiedenis doceert hij bedrijfsgeschiedenis en is hij
als onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Bedrijfsgeschiedenis van deze
universiteit.
Leo Lucassen werkt sinds 1998 als NWO-pionier
bij de afdeling geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam aan een
historisch onderzoek naar het vestigingsproces van immigranten in Nederland
(1860-1960). Daarnaast is hij (samen met Wim Willems) als programmaleider
verbonden aan het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) van de UVA
en aan het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten (CGM). Meer informatie
over het pionierproject in te vinden op de website: www.hum.uva.nl/pion-imm/.
adres: dr Leo Lucassen, Faculteit Geesteswetenschappen, Afdeling
Geschiedenis, Universiteit van Amsterdam, Spuistraat 134, 1012 VB, Amsterdam;
l.lucassen@hum.uva.nl.
Geertje Mak studeerde sociaal-economische
geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Zij promoveerde in 1997 bij de
Vakgroep Vrouwenstudies Letteren van diezelfde universiteit op een proefschrift
getiteld: Mannelijke vrouwen. Over grenzen van sekse in de 19de eeuw. In
2000 verscheen van haar Sporen van verplaatsing. Honderd jaar nieuwkomers in
Overijssel. Momenteel werkt zij bij Fatusch Productions B.V. als producent
van multiculturele documentaires en als postdoc aan de Vrije Universiteit
Amsterdam ten behoeve van onderzoek naar de geschiedenis van hermafrodieten en
de relatie tussen sekse en opvattingen van 'het zelf'.
Marlou Schrover studeerde
in Utrecht zowel journalistiek als geschiedenis. Ze heeft gepubliceerd over
onder meer de voedingsmiddelenindustrie, joods ondernemerschap, ondernemerschap
van vrouwen, kartelvorming, interactie tussen demografie en arbeidsmogelijkheden
voor vrouwen en over voeding en etniciteit. In 1991 promoveerde zij op een
onderzoek naar arbeidsverhoudingen in de voedingsmiddelenindustrie. Met Gertjan
de Groot redigeerde ze het boek Women Workers and Technological Change.
Ze werkt bij de Universiteit Utrecht en doet op dit moment in dienst van NWO
onderzoek naar migratie van Duitsers in de negentiende eeuw.
Frank Suurenbroek
studeerde Economische en Sociale Geschiedenis aan de Vrije Universiteit
Amsterdam. Aan dezelfde universiteit is hij op 1 september 2000 bij de vakgroep
ESG begonnen aan een promotie-onderzoek naar functie(veranderingen) van de
stadsrand van Haarlem 1700 - 1914.
Wim Willems is sinds 1995 coördinator van het
Centrum voor de Geschiedenis van Migranten (CGM) en is tevens verbonden aan het
Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) van de Universiteit van
Amsterdam. Voor meer informatie over het CGM, raadplege men: http://home.pscw.uva.nl/willems.
adres: dr. Wim Willems: IMES, Rokin 84, 1012 KX Amsterdam; willems@pscw.uva.nl.
Rolf van der Woude (1952) promoveerde
aan de Rijksuniversiteit Groningen op Leeuwarden 1850-1914. De modernisering
van een provinciehoofdstad (Leeuwarden 1994). Momenteel is hij verbonden aan
het Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800 tot heden) van
de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Terug naar artikelen overzicht van dit nummer
Terug naar overzicht van het TvSG per nummer