Een kolonie van Duitsers
Amsterdam: Aksant, 2002; ISBN 90-5260-066-X, 432 pp., ill.
Stinkende Moffen, narrige Pruisen en hongerlijdende Westfaalse indringers, zo werden de Duitse nieuwkomers in de tweede helft van de negentiende eeuw door Nederlanders genoemd. Nederland moest paal en perk stellen aan de immigratie zodat het niet een toevluchtsoord zou worden voor de woelzieken en onruststokers, of een algemeen armengesticht voor de behoeftigen uit alle oorden der wereld.
Duitse immigranten vormden eeuwenlang de grootste groep vreemdelingen in Nederland en dat bleef zo tot de komst van de gastarbeiders in de twintigste eeuw. Zij introduceerden in Nederland het bovengistende bier, zoals we dat nu drinken, de kerstboom en het turnen en het winkelen als vrijetijdsbesteding. Toch is juist over deze grootste groep relatief weinig bekend.
De geschiedenis van de Duitse immigranten biedt de mogelijkheid om te onderzoeken wat de continuïteit van groepsvorming onder immigranten bepaalde. Daarmee raakt het onderwerp van dit boek aan actuele discussies omtrent groepsvorming, etniciteit en integratie. In dit boek worden de levens beschreven van Duitse immigranten, die in de tweede helft van de negentiende eeuw in Utrecht woonden. Waar kwamen zij vandaan, met wie trouwden ze, waar woonden ze, in welke beroepen werkten zij en vooral ook, wat deden ze in hun vrije tijd?
Inhoudsopgave:
Voorwoord
1. Sauerkraut en Liberty Cabbage. Inleiding
2. ‘Is almede vruchteloos alle nasporing beproeft'. Vreemdelingenwetgeving
3. ‘Ich pien Schweitser!' Beeldvorming
4. ‘Als eene soort polis voor hulp'. Registratie, omvang, herkomst en vestiging
5. ‘Heeft steeds altijd met hare handel het land rondgereisd'. Migratiepatroon, leeftijdsopbouw en religie
6. ‘Wat is een Duitscher voor een vrouw?' Huwelijksgedrag
7. ‘Waaraan herken je een Duitser?' Organisaties
8. ‘Lekkerst roggebrood wat je eet, is gekneed met moffenzweet'. Beroepsstructuur
9. ‘Waar Duitsers haast een kolonie vormden'. Westerwalders
10. ‘Een eeuw van illusie en zinbegoocheling'. Winkeliers en hun personeel
11. ‘Eene Geldersche keukenmeid'. Vijlenkappers, stukadoors, dienstbodes, spoorbeambten en studenten
12. ‘Door Hongaarsche zon verbruind'. Een multiculturele samenleving
13. Interactieve groepsformatie. Samenvatting en conclusie
Noten
Literatuur
Index