IISG

Trefwoord: kamers

« vorige | lijst | volgende »
 
Den Haag, 1951
Hedi Dessauvagie trok in 1951 in bij de familie Van Meurs. V.l.n.r.: Pauline, Leonie (tante Onie), Marijke en vader Hans. Hedi kende Marijke uit Indië. Zij waren buren in Batavia, waar de Dessauvagies (die uit Atjeh kwamen) het paviljoen huurden op het grondgebied naast hun huis. De meisjes ontmoetten elkaar omdat Hedi verlangend over de heg keek naar het verstoppertje spelen van de buurkinderen. "Kijk in je eigen tuin!" was de eerste kennismaking. Moeder Loven-Dessauvagie nam contact op in Nederland, omdat ze zelf terugging naar Indië en onderdak zocht voor haar dochter die achter zou blijven om naar de hbs te gaan. Voor Hedi's verblijf werd 150 gulden kost en inwoning betaald. Ze had geen eigen kamer en sliep tot aan het eindexamenjaar bij een van de dochters. Toen had ze ruimte nodig om te studeren. Eens per week ging Hedi naar haar tante en ook feestdagen bracht ze daar door. Hans Van Meurs moest eerst zijn diensttijd uitdienen als majoor bij het KNIL, Gadja Merah (Rode Olifant), kwam in Nederland aan het werk als bankemployé, werd later bankdirecteur van de Slavenburgs bank in Dordrecht.
 
Bevolkingsgroep: Indische Nederlanders
Trefwoorden: kamers, wonen
Voor meer informatie ga naar collectie Dessauvagie, 30
top