A.C. Wertheim

Opleiding
Joodse burgerschool 1838-1845.

Functies in het bedrijfsleven
Commissaris van de Staatsspoorwegen 1863-1890; commissaris van de Nederlandsche Crediet- en Depositobank 1865-1872; commissaris van de Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij 1869-1897; bestuurder van de Stoomvaart-Maatschappij 'Nederland' 1870-1893; lid van de Raad van Toezicht van de Amsterdamsche Bank 1871-1881; lid van de Raad van Bestuur van de Banque Franco-Hollandaise 1872-1873; lid van het bestuur van de Vereeniging voor den Effectenhandel 1876-1897; commissaris van de NV Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen tot 1891; vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Staatsspoorwegen 1890-1897; commissaris van de Nederlandsche Bank 1892-1897; vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland' 1893-1897; verder commissariaten bij de Gooische Beetwortel Suikerfabriek, de Sigarenfabriek 'La Industria' te Wageningen, de Stoomolieslagerij De Haas, de Diamantslijperij 'Amsterdam' en de Telogo-Redjo Cultuur Maatschappij.

Maatschappelijke functies
Lid van de rederijkerskamer Vondel 1852; vrijmetselaar 1854-1897; lid van de Maatschappij tot Nut voor 't Algemeen 1855-1897; consul van Saksen-Coburg 1862 en van Nassau 1864-1866; lid van de Kerkeraad van de Nederlandsch-Israëlitische Hoofdsynagoge te Amsterdam 1865-1897, als vice-voorzitter 1878-1886 en als voorzitter 1886-1897; voorzitter van de liberale kiesvereniging Burgerplicht 1866-1895; lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland 1866-1886; curator en president-curator van het joods seminarium vanaf 1869; oprichter-bestuurder van het Dina en Carelfonds 1871-1897;

voorzitter van de Commissie van Toezicht van de Toneelschool 1874; lid van de Raad van Beheer van de Vereeniging het Nederlandsch Tooneel 1875-1897; mede-oprichter, lid bestuur en later voorzitter van de Raad van Beheer van het Burgerziekenhuis te Amsterdam 1878-1897; mede-organisator van de Internationale Koloniale Tentoonstelling te Amsterdam 1883; mede-oprichter Vereeniging Kindervoeding 1885; penningmeester van de Zuiderzeevereeniging 1886-1894; lid van de Eerste Kamer 1886-1897; penningmeester van de Commissie van Bijstand voor het Woordenboek der Nederlandsche Taal 1887; voorzitter van de Maatschappij tot Nut voor 't Algemeen 1888-1897; lid van de Staatscommissie tot beoordeling van de Zuiderzeeplannen 1892-1894; voorzitter van de Zuiderzeevereeniging 1894-1897; voorzitter-commissaris van de Maatschappij tot Exploitatie van Bad- en Overdekte Zweminrichtingen 1896-1897; vice-voorzitter van de Prins Alexander-stichting te Bennekom; oprichter-bestuurslid van de Prins Hendrik-stichting; bestuurslid Toevlucht voor Behoeftigen; lid van de Deutsche Hülfsverein; lid van het Letterkundig Genootschap Tot Nut en Beschaving; lid van tal van andere organisaties.

Biografisch portret

• A.S. Rijxman, A.C. Wertheim 1832-1897. Een bijdrage tot zijn levensgeschiedenis (Amsterdam 1961)
• F. Vermeulen, 'De Amsterdamse familie Wertheim', in: Ons Amsterdam 44 (1982) #12, 286-297
• H. Schijf, 'A.C. Wertheim. Portret van een joods bankier', in: Groniek 115 (1992) 29-35
• Venter, fabriqueur, fabrikant. Joodse ondernemers en ondernemingen in Nederland 1796-1940 / (red.) H. Berg, E.J. Fischer, e.a. (Amsterdam 1994)