IISG

Een dozijn vaandels uit de vroege vakbeweging

Introductie

Een kapitaal hadden de vroege vakbonden in Nederland er voor over om hun visitekaartje te laten maken.
Dat was een vaandel: een kostbaar geheel van fluweel, zijde of satijn met gouddraad. Een bond zònder vaandel had niets te betekenen in het lokale verenigingsleven. Bij feestelijke optochten en speciale vergaderingen werd het vaandel ontvouwd en op een staf meegevoerd door de trotse drager. Zo deden de beroepsgilden in de middeleeuwen het ook.

Rond 1900 kostte een vaandel van een gespecialiseerd atelier zo'n honderd gulden - duizend keer het uurloon van de gemiddelde arbeider in die tijd. Goedkoper was het om een tweedehands vaandel via een advertentie in de vakbondspers op de kop te tikken. Alleen de naam van de afdeling en de oprichtingsdatum moesten dan nog veranderd worden. Handwerkende echtgenotes van de bondsbestuurders konden hier een oplossing bieden. Met borduur- of applicatietechniek, soms ook met de fijne verfkwast, werd het werkgereedschap van de vaklieden in kwestie op het vaandel aangebracht.
Onder invloed van de Jugendstil verschenen daar na 1895 bloemmotieven, eikenbladen of lauwerkransen bij. De symboliek van de rijzende zon of de kraaiende haan had zowel bij christelijke als bij socialistische verenigingen zeggingskracht. De katholieke verenigingen beeldden hun schutspatroon af. De heiligen werkten niet maar waren verzonken in de bijbel of in gebed. Al met al zijn de verschillen tussen protestants-christelijke, katholieke en socialistische vaandels klein.

Het IISG beheert de grootste vakbondsvaandel-collectie van Nederland. In enkele gevallen is de ontwerper van een vaandel bekend. De beroemde architect H.P. Berlage ontwierp dat van de brillantsnijdsters van de Diamantbewerkersbond. Dit en elf andere vaandels van verschillende vakbonden, zuilen en vormen, vindt u in deze presentatie.

Alle vaandels en vlaggen zijn beschreven in de online catalogus.
Meer informatie over de vroege vakbondsvaandels is te vinden in het artikel Het vaandel voorop, van Marien van der Heijden.

Margreet Schrevel
top