IISG

Achtergrond

Amerika en utopie

Flatiron Building, ontworpen door D.H. Burnham, in aanbouw (1901) gezien vanaf 22nd Street. Collectie New York Historical Society

Het boekje dat hierbij integraal op de IISG site ter beschikking wordt gesteld is geschreven door Auguste Marie Fabre (1833-1922). Het is geschreven in een tijd waarin velen, ook in Frankrijk, een optimisme deelden dat misschien nu moeilijk navoelbaar is. Zeker als we de beelden van de vernietiging van het WTC op 11 september 2001 weer in herinnering roepen.
In 1896 zag de toekomst er anders uit en kon Fabre in de laatste alinea van zijn boekje ondubbelzinnig zeggen dat ' .... on est frappé d'admiration pour les immenses ressources de l'industries moderne' (pg 31.). Het boekje van Fabre past in een traditie van intensieve contacten tussen Franse en Amerikaanse 19e eeuwse wereldverbeteraars. In de Verenigde Staten waren er al vroeg pogingen gedaan de ideeën van F.M.Charles Fourier (1772-1837) ten uitvoer te brengen. Bekende voorbeelden zijn de Brook Farm in Massachusetts (1841 - 1846) en de North American Phalanx in Red Bank, N.J. Een andere naam die niet onvermeld mag blijven is die van Etienne Cabet (1788-1856) die in 1849 de socialistische commune Nauvoo (Ill.) oprichtte. De Verenigde Staten golden in de 19e eeuw ook voor utopisten, socialisten en hervormers als het land van de vrijheid en de onbegrensde mogelijkheden, zoals dat ook voor protestante dissidenten in de 17e eeuw het geval was geweest.

Auguste Fabre

Auguste Fabre

De auteur van 'Les Sky Scratchers...' werd in 1833 geboren in het plaatsje Uzès. Zijn ouders, waarvan de vader predikant én fouriérist was, overleden toen hij nog jong was. In de nabijheid van Nîmes groeide hij op in een pleeggezin en verslond de boeken van Fourier uit zijn vaders bibliotheek. In de erfenis bevond zich ook een zijdespinnerij in Uzès die hij wat later als jonge man heropbouwde. Fabre kende een grote belangstelling voor de Verenigde Staten en de utopische experimenten aldaar. Door omstandigheden is het niet van een geplande reis naar Amerika gekomen. Fabre was een ondernemer, maar niet van harte. Een arbeidsconfict in Lyon dwong hem te kiezen en hij koos ervoor zijn onderneming op te geven.Hij vestigde zich in Nîmes en begon er een werkplaats voor landbouwwerktuigen. In Nîmes was hij actief in opvoeding en onderwijs. In 1876 richtte hij een organisatie met de naam 'La Solidarité ' op. Men noemde zo'n club in Nîmes een 'chambrée'. Het geheel behelsde ongeveer 15 arbeiders die elkaar 's avonds ontmoeten voor discussie en instructie. Op deze organisatie baseerde hij een (consumptie)coöperatie voor arbeiders, ook 'La Solidarité ' genaamd, met in het jaar van oprichting, 1878, 30 leden. Vrijwel in dezelfde tijd stichtte hij ook een coöperatieve bakkerij met de naam 'La Renaissance'. In 1879 werd Fabre door Godin gevraagd administratieve zaken rond de 'Familistère' in Guise aan te pakken. De Familistère was een coöperatief experiment op basis van Fourieristische ideeën. De arbeiders deelden een gemeenschappelijk woongebouw bij de fabriek van Godin en dat is ook wat Fabre voor zich ziet als hij later kennis neemt van de wolkenkrabbers in Amerika.
Het verblijf in Guise, als arbeider én als economisch directeur, duurt tot in 1883. In deze periode schrijft hij de statuten voor Godins geesteskind. Terug in Nîmes wijdde hij zich vrijwel geheel aan de coöperatieve zaak. In die jaren ontstond de langdurige samenwerking met Éduard de Boyve, oprichter van de algemene coöperatie l'Abeille Nîmoise (opgericht in 1884) en de econoom Charles Gide (1847 - 1932). Deze mensen, waarvan het misschien toevallig is dat ook Gide in Uzès geboren is, maar wellicht minder toevallig dat alle drie een protestantse achtergrond kennen, zijn de vaders van de Franse coöperatieve beweging en meer speciaal van wat l'École de Nîmes is gaan heten: de Franse variant van de algemene coöperatie gebaseerd op de ideeën rond het Engelse Rochdale gecombineerd met opvattingen uit de school van het oude, voor-marxistische, Franse socialisme.
Vanuit Nîmes ontstond het streven de Franse coöperaties te verenigen. In 1885, op 27 juli in de Mairie van het 4e arrondissement in Parijs, werd het eerste landelijke congres van de 'Sociétés Coopératives de Consommation de France' gehouden. Op het congres werd onder meer besloten tot de oprichting van een tijdschrift. Zo ontstaat l 'Émancipation waarvan het eerste nummer op 15 november 1886 in Nîmes verschijnt. Vooral Gide en de Boyve maken veel gebruik van dit orgaan. Ook Fabre schrijft erin. In het eerste nummer ondertekent hij zijn bijdrage met zijn naam, gevolgd door 'mécanicien'.
Gide geeft in zijn boekje L'École de Nîmes een aardige beschrijving van Fabre: een enigszins excentrieke man; een patroon die één wil zijn met de arbeiders, die tegelijkertijd vrijdenker is én met een jonge vrouw als medium met gene zijde communiceert. Een gepassioneerd lezer en uitlegger van Fourier. Een onderwijzer in de ideeën van Owen en Godin. En zoals gezegd een bewonderaar van Amerika en de sociale experimenten aldaar.

Les Grattes Ciel

Toen Fabre zijn boekje schreef in 1896, stond de hoogste wolkenkrabber in Chicago. De Masonic Temple, gebouwd in 1892, was met 92 meter ongeëvenaard. In 1913 nam New York met het Woolworth Building (242 meter) het record over. Technische ontwikkelingen in de staalbouw en de uitvinding van de veiligheidslift door Otis maakten de snelle klim naar de wolken mogelijk.
Wat Fabre voor zich zag met 'Les hautes maisons Américaines' zijn niet zozeer de kantoren van het kapitalisme, maar een mogelijkheid voor betere woningen voor arbeiders in grote steden. Het maakt gedeeld eigendom mogelijk, door middel van aandelen of coöperatief. Het maakt aanpassingen in grootte mogelijk, zodat arbeiders niet steeds hoeven te verhuizen. Verwarming is te delen, net zoals vuilafvoer via stortkokers. Ze zijn hygiënischer, beter beschermd tegen infecties en veiliger dan gewone woonblokken en huurkazernes. De concentratie in de grote steden wordt hoger en de economische activiteiten nemen daardoor toe. Fabre is gegrepen door dat beeld en hij stelt: men voelt zich klein en het voelt alsof reuzen roepen: 'Forward ! En avant ! En avant ! Le progrès est dans la recherce des meilleures conditions de développement de la vie humaine et dans la poursuite incesante d'un idéal toujours plus large, toujours plus haut. (pg.31) (Forward ! Voorwaarts ! Voorwaarts ! De vooruitgang is te vinden in het zoeken van de beste voorwaarden voor de ontwikkeling van het menselijk leven en in het onophoudelijk najagen van een ideaal, altijd groter, altijd hoger.)

top