IISG

Een dozijn plaatjes van de Arbeidersolympiades

Introductie

In de jaren '20 kregen de Olympische Spelen concurrentie vanuit de arbeidersbeweging. Drie Arbeidersolympiaden vonden plaats, in Frankfurt, Wenen en Antwerpen. Arbeiders turnden, voetbalden en sprintten voor de wereldvrede en niet voor de nationale eer.

Door hun succesvolle acties voor arbeidstijdverkorting kregen arbeiders in het begin van de 20ste eeuw meer tijd om te sporten. Al snel waren er sportcontacten tussen arbeiders in verschillende landen. Met name in Duitsland, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, België en Frankrijk ontstonden grote nationale arbeiderssportbonden. Deze bonden streefden naar zowel lichamelijke als geestelijke opvoeding van de arbeiders.

De arbeidersolympiade (Arbeiter-Olympiade), ingesteld door de Sozialistische Arbeitersport Internationale (SASI), paste goed in deze geest. Tegenover de gewone Olympische Spelen die afgewezen werden als 'een oorlog tussen landen met sportieve middelen' stond de solidariteit van de sportkameraden. De arbeiderssportbonden waren tegen de verering van sporthelden en records. Op de Olympiades klonk niet het volkslied van het land van de winnaar, maar het lied van de internationale arbeidersbeweging. Er wapperde alleen een rode vlag. Meedoen was belangrijker dan winnen. Frankfurt am Main was in 1925 de gastheer voor de eerste arbeidersolympiade. Een logische keuze, aangezien de sterke arbeidersbeweging in Duitsland ook een grote arbeiderssportbond voortgebracht had. Het aantal deelnemers was nog beperkt, maar men was trots op de massademonstraties die plaatsvonden.
De tweede olympiade in 1931 was groter van opzet. In het socialistische Wenen kwamen 80.000 sporters bijeen. Tegen de achtergrond van de politieke ontwikkelingen werd het ook een demonstratie voor wereldvrede en voor internationale solidariteit. De afgevaardigden van de Socialistische Internationale die tegelijkertijd in Wenen hun congres hielden zagen de deelnemers met vredesleuzen voorbij marcheren.
De strijd tegen het fascisme had in 1937 op de derde Olympiade in Antwerpen tot toenadering tot de communisten geleid. Niet iedereen was echter blij met de deelname van de Russen, zeker niet toen ze om de voetbalfinale te winnen nog nieuwe spelers lieten overkomen. Hoogtepunt was het arriveren van de Spaanse delegatie. De kameraden die in de burgeroorlog streden tegen de troepen van Franco werden met gejuich ontvangen.
De internationale solidariteit tussen de arbeiders hield niet stand onder de oorlogsdreiging. De vierde arbeidersolympiade kwam niet verder dan de planning: Helsinki, 1943.

Meer informatie in de archieven van de Socialistische Internationale (SAI) en Harry Stapel. In de online catalogus bevinden zich diverse brochures en illustraties.

Eric de Ruijter
top