De bloeiende textielindustrie in Twente zorgde voor een grote behoefte aan goede arbeiderswoningen. In Hengelo ontstond tuindorp Het Lansink, in Enschede tuindorp Pathmos. De naam is ontleend aan een voormalige buitenplaats aan de rand van de stad. Vorm en karakter van de wijk werden bepaald door de tuin, vijver en enkele boomgroepen, die overgebleven waren van de buitenplaats. De wijk kreeg veel groen, maar verder werden de ca. 820 woningen in een gesloten bebouwing neergezet. Het aantal woningtypen was beperkt, de variatie moest komen uit het groen en de gebogen lijnen van het stratenplan. Het resultaat was een goede en gezonde woonomgeving voor arbeiders, met eigen winkels, school en badhuis.
|